Home News Forum Look/Listen Samplesets Compare Requirements Pictures Links Downloads About us

 

 

Content



















Previous 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Next
Google

Leo Terlouw - Bach project - Part 11 to 20

Professional Organist Leo Terlouw uses Hauptwerk. He is busy to record the organ works of J. S. Bach using different Haupwerk sample sets.

You can download/play the mp's also via Download mp3's, played by others.
All recordings in a random order:
JW Player goes here


Part 1 to 10



PDF met Index

Deel 22 - 30-05-2018


Toelichting Haarlem 4
Voor deze laatste aflevering heb ik gekozen voor de sampleset van mijn meest geliefde orgel, dat van de Bavokerk in Haarlem. Alle registraties vindt u dit keer in de toelichting.

Verzoeknummers
De mogelijkheid bestond om voor deze laatste aflevering verzoeknummers in te dienen. Eén ervan kwam van Anne den Hartigh. Hij vroeg mij of ik de grote Toccata in F BWV 540 van J.S. Bach nog een keer wilde opnemen. In de eerste aflevering op 6 oktober 2012 begon ik dit project met dit werk. Er waren toen beperkingen want de pedaalomvang van mijn "Joh. de Heer-IV" orgel destijds was 27 tonen en dat waren er voor dit werk drie te weinig. Ik moest toen e.e.a. aanpassen door enkele maten weg te laten, door noten die voor het pedaal bedoeld zijn op het klavier te spelen en door pedaalnoten op enkele plaatsen een octaaf lager te spelen. Uiteraard wordt het uiteindelijke resultaat er dan niet beter op. Met mijn huidige Content Cambiare 310 en de sampleset Haarlem zijn die beperkingen er gelukkig niet meer. Bovendien kan ik nu gebruik maken van drie i.p.v. twee klavieren. Dit kunt u op deze video zien:

Twee andere verzoeknummers, Fuga in c BWV 574 (Jaap Jongeneel) en Jesu, meine Freude BWV 713 (Daan Overduin) zijn in deze aflevering opgenomen. N.a.v. de vorige ”aflevering speciaal” met de Goldbergvariaties BWV 988 vroeg Anne den Hartigh mij: “Zijn er nog meer klavecimbelwerken die zo mooi op orgel klinken? En zo ja, wil je die dan ook opnemen?" Nu dat zijn er vele tientallen. Daarom ben ik van plan zo nu en dan een opname van een klavecimbelwerk, maar dan gespeeld op orgel, op mijn YouTube-kanaal LeoTerlouwMuziekles te plaatsen.

Preludium en Fuga in a BWV 551
Dit Preludium en Fuga behoort wellicht tot de minst bekende orgelwerken van J.S. Bach. Ik kan me niet herinneren dat ik het ooit op een concert gehoord heb. Tot voor kort had ik dit werk zelfs nog nooit doorgespeeld. Voor zover ik weet wordt het alleen bij Bach-integrales op lp’s en cd’s tot klinken gebracht.
Het werk bestaat uit vijf delen:
  1. Een kort Preludium met passagewerk en trillers
  2. Een kort Fugato
  3. Een kort Interludium met akkoorden, waarbij er in de rusten steeds een register afgaat en aan het eind een Tremulant bijkomt
  4. Een Fuga met twee thema’s (dubbelfuga) met opvallend veel 2-stemmigheid
  5. Een Postludium met passagewerk, gebroken akkoorden en aan het eind een triller in het pedaal
Voor elk deel heb ik een andere registratie gekozen en zo is de structuur van het stuk goed te volgen. In tegenstelling tot de grote meesterwerken van J.S. Bach is er zeer weinig samenhang tussen de verschillende delen van dit werk.

Registratie
Hw: O8, O4, Q3, S
Rw: P8, H8, O4, S2, M, T8
Bw: P8, B8, O4, D8
Ped: P16, O8, O4, H2, M, B16
Koppels: Hw-Rw
mt 12, 2e helft van de 2 tel verder op Bw
Ped: -P16, -O8, -O4, -H2, -M, -B16
Koppels: +Ped-Bw
mt 29, 1e tel: Bw: - D8; Ped: +S16
mt 29, 4e tel: Bw: - O4
mt 30, 3e tel: Bw: -P8
mt 31: 2e tel: Bw: +Tr
mt 39, 2e tel verder op Rw; Rw: -M; Ped: -S16, +P16, +O8, +O4, +T8; Koppels: - Ped-Bw
mt 75 verder op Hw; Hw: +P16, +M; Rw: +M, +F16; Ped: +H2, +M, +B16
mt 89, 4e tel: Ped: +B32


O Lamm Gottes, unschuldig BWV 656
Deze grote koraalbewerking komt uit “Die Orgelchoräle der Leipziger Originalhandschrift”. Het werk bestaat uit drie delen. In het eerste deel horen we de melodie van het koraal met versieringen in de bovenstem. Dit deel gaat zonder onderbreking over in het volgende waarin de melodie in de middenstem klinkt. Beide delen staan in een drie-halve maat en worden zonder pedaal gespeeld. In het derde deel, dat ook weer naadloos op het tweede aansluit wisselt de maatsoort naar negen-achtste en komt het pedaal erbij, waarop nu de melodie in de bas gespeeld wordt. In de loop van dit deel (maat 135) wisselt de maatsoort weer terug naar de oorspronkelijke drie-halve maat. In de maten 135 tot 139 horen we een zeer bijzondere opvolging van harmonieën. Wellicht een verbeelding van de voorlaatste regel van het derde couplet van dit lied.

Registratie
Rw: P8, H8, Q8
Bw: P8, B8, Q8, O4
Ped: S16, O8, T8
begin op Rw
vanaf mt 55, 3e tel verder op Bw
vanaf mt 104 verder op Rw (+O4, +S2)

Fuga in c BWV 574
Het gaat hier om een vierdelig stuk. Het eerste deel is een Fuga waarin een thema van Legrenzi verwerkt is. Daarna een Fuga waarin Bach een nieuw eigen thema als uitgangspunt neemt. In de derde Fuga worden beide thema’s gecombineerd (dubbelfuga). Bij het laatste deel zou je bijna denken dat dit onbedoeld achter de drie Fuga’s terecht gekomen is. Er is geen enkele samenhang met het voorafgaande en de sfeer ervan is totaal anders. Na drie wel heel serieuze Fuga’s horen we ineens een “flierefluitersstuk”. Het vorige werk (BWV 656) bestaat uit meerdere delen die naadloos in elkaar overgaan, maar bij deze Fuga wordt elk deel duidelijk afgesloten waarna het volgende deel steeds weer 1-stemmig begint.

Registratie
Hw: O8
Rw: P8, H8, O4, S2
Bw: P8, O4
Ped: S16, O8
begin op Hw
mt 37, 1e tel, 2e helft verder op Bw; Ped: +O4
mt 70, 3e tel, 2e helft verder op Rw; Ped: +H8, +H2
mt 105 verder op Bw; Bw: +B8, +M, +S8; Rw: -S2, +F16, +T8; Ped: -O8, -H8, -O4, -H2; Koppels: +Ped-Rw


Aus tiefer Not schrei ich zu dir BWV 686
Deze koraalbewerking komt uit “Dritter Teil der Klavierübung”. Het is de enige koraalbewerking van J.S. Bach die 6-stemmig is, vier stemmen worden met de handen en twee met de voeten gespeeld. Bach bouwt elke koraalregel fugatisch op waarna de melodie tenslotte, gespeeld met de rechtervoet, in dubbele notenwaarden (de vergroting) klinkt. Er staat in de titel ook een aanwijzing voor de registratie bij: ”in Organo Pleno”, hetgeen duidt op een zeer sterke orgelklank met Prestanten, vulstemmen en tongwerken. Na veel experimenteren ben ik op in een minder sterke registratie uitgekomen om zo de middenstemmen beter hoorbaar te krijgen.

Registratie
Rw: P8, H8, O4, S2, M
Ped: O8, H8, O4, H2, T8

Jesu, meine Freude BWV 713
Een koraalbewerking die niet tot één van de bekende verzamelingen behoort. Het stuk bestaat uit twee delen. Het eerste deel staat in een vierkwartsmaat en daarin zijn de eerste zes regels verwerkt. In het tweede deel wisselt de maatsoort naar drie-achtste en daarin zijn de laatste drie regels op een wel zeer vrije wijze ingebracht. Onder de titel staat “manualiter” hetgeen een aanduiding is dat het pedaal niet gebruikt hoeft te worden. In het eerste gedeelte is de melodie in lange notenwaarden in alle stemmen doorgevoerd. Deze melodie heb ik eruit gevist en op het pedaal gespeeld. Er waren tongwerken met maar liefst drie verschillende voetmaten (8’, 4’ en 2’) nodig om op de genoteerde toonhoogte te kunnen spelen.

Registratie
Hw: O8, R8, O4
Rw: P8, H8, O4
Ped: O4, T4
Koppels: Hw-Rw
mt 24, 1e tel: Ped: -O4, -T4, +O8, +T8
mt 49, 1e tel: Ped: -O8, -T8, +H2, +C2



Preludium en Fuga in Es BWV 552
Het Bach-project wordt afgesloten met het laatste vrije orgelwerk dat J.S. Bach geschreven heeft. Het maakt ook deel uit van “Dritter Teil der Klavierübung”. Het Preludium staat aan het begin en de Fuga aan het eind met daartussen 21 koraalbewerkingen. In het Preludium zijn er drie thema’s die afwisselend ten gehore gebracht worden. De Fuga bestaat uit drie delen met elk een eigen thema. Het thema van het eerste deel is de melodie van de eerste regel van het lied dat onder ons bekend is als “O, God die droeg ons voorgeslacht”. Deze Fuga is 5-stemmig en staat in een vier-halve maat. Het tweede deel is 4-stemmig, staat in een zes-kwarts maat en wordt zonder pedaal gespeeld. In de tweede helft hiervan worden het thema van het vorige deel en met dat van dit deel gecombineerd. In het derde deel wisselt de maatsoort naar negen-achtste. Het thema van dit deel wordt ook gecombineerd met dat van de eerste. Vanwege de grote rol die het getal drie speelt wordt zowel het Preludium als de Fuga gezien als symbool van de drie-eenheid Gods.

Registratie
Preludium:
Hw: P16, O8, O4, Q3, M,
Rw: P8, H8, Q8, O4, S2, M, T8
Bw: P8, O4, VH8 (echo)
Ped: P16, O8, O4, H2, M, B16
Koppels: Hw-Rw

Fuga 1:
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3
Bw: P8, B8, O4
Ped: P32, P16, O8, O4
Koppels: Hw-Bw, Ped-Bov
Fuga 2:
Rw: P8, H8, Q8, O4, S2, M

Fuga 3:
Hw: B16, O8, O4, Q3, M, T8
Rw: P8, H8, Q8, O4, S2, M
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, O8, O4, H2, M, B16
Koppels: Hw-Rw, Hw-Bw, Ped-Bov

mt 108, 2e tel: Hw: +S; Ped: +T8
mt 111, 2e tel: Rw: +C; Ped: +B32
mt 117, 2e tel: Ped: +Q6

Tenslotte
Dit is de laatste aflevering van mijn Bach-project. Een project dat naast mijn werk en andere bezigheden tot stand gekomen is. Anderen konden niet alleen meeluisteren en meelezen maar werden ook in de gelegenheid gesteld mee te denken. En daar is gebruik van gemaakt, verschillende verzoeknummers zijn ingebracht en gehonoreerd. Voordat ik tot publicatie overging liet ik mijn opnamen beluisteren door mijn vrienden Jan Huisman en Anne den Hartigh met de vraag er commentaar op te leveren. Bij de afleveringen 10 en 17 werden de opnamen ook van commentaar voorzien door respectievelijk Pieter van Helden en Lieuwe Visscher. Allen nogmaals hartelijk dank hiervoor!!!
Verder is het uiteindelijke resultaat sterk beïnvloed door mijn vrouw Henny. Haar smaak en voorkeuren zijn niet geheel gelijk aan die van mij. Ze vindt het gebruik van een Tremulant maar zelden mooi en heeft, meer nog dan ik, een hekel aan uiterlijk vertoon. Daarnaast heeft ze alle toelichtingen vooraf gelezen, van commentaar voorzien en taalfouten eruit gehaald.
Een speciaal woord van dank aan Gert van Ginkel, de beheerder van deze website. In 2012 ontstond er wat mailverkeer tussen ons. Op enig moment bracht ik hem op de hoogte van mijn plannen om met Hauptwerk alle orgelwerken van J.S. Bach op te nemen en te publiceren en vroeg hem hoe ik dat het beste kon doen. Spontaan bood hij aan om ze op deze website te plaatsen.
En zo is nu een lang gekoesterde wens in vervulling gegaan. Een “complete” Bach-integrale is dit niet geworden. Mijn doel was om een groot aantal interessante en gevarieerde programma’s van ongeveer 40 minuten samen te stellen.
Op deze PDF kunt u zien welke (orgel)werken opgenomen zijn, welke sampleset daarvoor gebruikt is en in welke aflevering ze te vinden zijn. Mijn voornemen is om vanaf oktober van dit jaar weer te gaan publiceren maar dan op mijn YouTube kanaal.
Leo Terlouw, mei 2018

JW Player goes here


Deel 21 - 27-01-2018


Toelichting "Goldberg-Variationen: Aria mit verschiedenen Veränderungen BWV 988" (aflevering speciaal)

Van het één komt het ander
Enige tijd geleden vatten mijn vrouw Henny en ik het plan op om onze grammofoonplaten weer eens te beluisteren. Na een grondige reiniging van de platen m.b.v. een platenwasmachine hebben we er intussen vele tientallen beluisterd. Op twee van die lp’s stonden opnamen van de Goldbergvariaties BWV 988 van J.S. Bach maar dan op piano gespeeld. Ik vond ze bijzonder mooi, tegelijkertijd rees de vraag of dit werk dat oorspronkelijk voor klavecimbel met twee klavieren geschreven is ook op orgel gespeeld kan worden. Na een zoektocht op internet kwam ik uit op 2 cd’s met uitvoeringen op orgel gespeeld door Winfried Bönig en Martin Schmeding. Later kreeg ik nog van iemand een cd met opnamen van de organiste Elena Barshai. Deze uitvoeringen verschillen onderling op heel veel punten, maar ze waren aanleiding om serieus te overwegen dit werk in mijn Bach-project op te nemen. Ik heb proefopnamen gemaakt van het thema en 5 variaties, deze toegestuurd naar Gert en naar zijn mening gevraagd. Hij vond het een toegevoegde waarde om dit grote variatiewerk in het project op te nemen.

Keuze sampleset
Hoewel dit werk oorspronkelijk geschreven is voor een tweeklaviers-klavecimbel met slechts enkele registers die bovendien ook nog sterk op elkaar lijken is toch na veel wikken en wegen de keuze gevallen op de sampleset van het hoofdorgel van de Laurenskerk te Rotterdam. Misschien dat het u verbaast, het gaat hier immers om een orgel met wel vier klavieren en pedaal en een bijzonder groot aantal registers (waaronder ook nog enkele heel bijzondere). Bovendien is het geen barokorgel. Mijn uitgangpunt was om het thema en alle 30 variaties met een verschillende registratie te spelen en daarmee 31 verschillende klankkleuren (registraties) van het orgel te laten horen. Daarbij komt nog dat ik bij maar liefst 9 variaties (nr. 5, 8, 11, 14, 17, 20, 23, 26 en 28) die op twee klavieren gespeeld worden registraties wilde waarbij beide klavieren ongeveer gelijk aan elkaar klinken. Zo kwam ik toch uit bij de bovengenoemde sampleset. Ook de voor dit werk ideale akoestiek speelde een belangrijke rol.

Bijzondere klank
Toen ik het thema en 5 variaties opgenomen had en daarna beluisterde vroeg ik mezelf af: “Zou ik, als ik het niet van tevoren wist, er de sampleset van het hoofdorgel van de Laurenskerk in Rotterdam wel in herkennen”. Ik heb de proef op de som genomen en deze zes opnamen verstuurd aan drie bekenden die goed weten welke samplesets op mijn Hauptwerk-computer staan en hen gevraagd welke van mijn “orgels” te horen is. Twee van hen deden zelfs 2 pogingen en wat bleek: ze zaten er allemaal naast! De klank van het orgel is anders dan we gewend zijn en dat komt vooral omdat dit variatiewerk niet voor orgel maar voor klavecimbel geschreven is. Bij de Duo’s (nr. 1, 5, 8, 11, 14, 17, 20, 23, 26 en 28) wordt zowel met de linkerhand als de rechterhand het gehele klavier van hoog naar laag bespeeld. Het gevolg is dat je op heel veel plaatsen kruiselings moet spelen, met de linkerhand helemaal in het rechter gedeelte en met de rechterhand helemaal in het linker gedeelte van het klavier en uiteraard ook omgekeerd. Dit komt bij de orgelwerken van J.S. Bach nergens voor. Daarnaast zijn er acht 3-stemmige variaties, waarbij de canon in de boven- en middenstem gespeeld wordt. Ook dit vind je in de orgelwerken nergens zo terug.

Structuur
Dit variatiewerk bestaat uit het thema (een Aria), gevolgd door 30 variaties en wordt afgesloten met dezelfde Aria. In totaal dus 32 delen. Het werk kan ingedeeld worden in: Aria-15 variaties|15 variaties- Aria.
Elke variatie bestaat weer uit 2 groepen van 16 maten (in totaal dus ook 32!). Niet de bovenstem van het thema is de basis voor de variaties maar de baslijn ervan. Dit stuk heeft dan ook overeenkomsten met een Passacaglia. Verder kunnen we de variaties verdelen in 10 groepjes van 3. Elk van deze groepjes wordt afgesloten met een canon m.u.v. het laatste groepje. In al deze groepjes vinden we een (zeer) virtuoos tweestemmig stuk (Duo).
Overzicht van de Canonvariaties: var. 3 – canon in prime | var. 6 - canon in de secunde | var.9 - canon in der terts | var. 12 – canon in de kwart | var. 15 – canon in de kwint | var. 18 – canon in de sext | var. 21 – canon in de septime | var. 24 –canon in het octaaf | var. 27 – canon in de none
N.B. variatie 30 is geen canon maar is een zogenaamd Quodlibet: hierin worden twee populaire volksmelodieën kunstig gecombineerd met behoud van het harmonische schema dat aan de Aria ten grondslag ligt.

Herhalingstekens
In alle variaties staan steeds na een groep van 16 maten herhalingstekens. Hiermee wordt verschillend omgegaan. Sommigen spelen alle herhalingen en dan duurt het werk ruim 1 ½ uur, anderen spelen er een deel van. Ook wordt het werk wel zonder herhalingen gespeeld en daarvoor heb ik gekozen. Zo is de totale tijdsduur van deze aflevering in lijn met de vorige afleveringen (zo rond de 45 minuten).

Anekdote
In de eerste Bach-biografie "Über Johann Sebastian Bachs Leben, Kunst und Kunstwerke" (1802) van Johann Nikolaus Forkel (1749-1818) staat een anekdote m.b.t. de Goldbergvariaties. Hierin wordt verteld over graaf Hermann Carl von Keyserlingk, Russisch gezant aan het hof van Dresden, die een groot bewonderaar was van Bachs muziek. Deze man leed aan slapeloosheid en zou Bach gevraagd hebben enkele aangename klavecimbelstukken te componeren, waarmee zijn huisklavecinist Johann Gottlieb Goldberg hem zou kunnen opbeuren tijdens zijn slapeloze nachten. Of deze anekdote op waarheid berust is zeer de vraag. Eén ding weet ik wel: als ik de huisklavecinist van de graaf geweest was dan zou dit werk voor mij vanwege de extreem hoge moeilijkheidsgraad een oorzaak van slapeloze nachten zijn geweest. Toegegeven, in principe hoef je geen pedaal te spelen en dat scheelt natuurlijk wel weer. Echter zulke grote moeilijkheden voor de handen heb ik nog nergens in de orgelwerken van J.S. Bach aangetroffen.

Registraties
Zowel in het afspeelblokje als hieronder in de toelichting vindt u de registraties. Bach heeft bij een groot aantal variaties aangegeven dat deze voor 1 of voor 2 klavier(en) bedoeld is. Daar waar ik ervan afwijk staat het onder de registratie aangegeven.

Aria
Hw: OF8 | Rw: H8, Q8, Tr | Koppels: Ped-Hw
Een aanduiding m.b.t. de klavieren ontbreekt. Op klavecimbel kan dit deel alleen maar op één klavier gespeeld worden. Op orgel is het mogelijk de bovenstem uitkomend te spelen en de andere noten zachter met de linkerhand. In enkele maten is dat niet mogelijk omdat de afstanden die mijn hand moet overbruggen dan te groot zijn. Deze noten speel ik op het pedaal dat gekoppeld is aan het klavier dat de noten van de linkerhand speelt.

Variatie 1:
Rw: P8, H8, R4, D16 | Bw: P8, R8, OF4, R2 2/3, N2, T1 3/5
aanduiding: a 1 Clav. | uitgevoerd: op 2 klavieren

Variatie 2:
Rw: H8, R4

Variatie 3:
Rw: P8, H8, R4, W2, K8 | Bw: G16, P8, R8, OF4, T3 1/5, R2 2/3, N2, T1 3/5
aanduiding: a 1 Clav. | uitgevoerd: op 2 klavieren, in maat 13 speel ik even met de linkerhand op 2 klavieren tegelijk

Variatie 4:
Rw: H8, R4, W2 | Ped: S16, G8, F16
aanduiding: a 1 Clav. | uitgevoerd: op 1 klavier en de onderstem op het pedaal

Variatie 5:
Rw: H8, W2 (rh) | Bor: G8, GF2 (lh)

Variatie 6:
Rw: P8 | Hw: P16 (voor 2 noten van de linkerhand)

Variatie 7:
Bor: G8, B4, T, R8

Variatie 8:
Rw: H8, R4, O2 | Bor: G8, B4, O2

Variatie 9:
Bov: VdG8

Variatie 10:
HW: P16, O8, OF8, Q 5 1/3, O4, O2, R | Koppels: Ped-Hw
aanduiding: a 1 Clav. | om in de maten 29 t/m 32 technische moeilijkheden te verkleinen speel ik daar de noten van de onderstem met pedaal

Variatie 11:
Hw: OF8, S4 | Rw: H8, R4

Variatie 12:
Rw: P8, H8, Q8 | Koppels: Ped-Rw

Variatie 13:
Rw: H8, R4 | Bov: G16, B8 | Bor: G8, B4, T | Koppels: Ped-Bov
aanduiding: a 2 Clav. |uitgevoerd op 2 klavieren en pedaal, de bovenstem met de rechterhand, de middenstem met de linkerhand en de onderstem met het pedaal

Variatie 14:
Hw: P8, OF8, O4, O2, S | Rw: P8, H8, O4, O2, M

Variatie 15:
Rw: P8, H8, R4 | Bor: G8, B4, K8 | Ped: O8
aanduiding: a 1 Clav. | uitgevoerd: op 2 klavieren en pedaal, de canon met de handen en de baspartij met het pedaal

Variatie 16:
HW: P16, O8, O4, O2, R, M | Rw: P8, O4, Q 2 2/3, O2, M, D18, T8 | Koppels: Hw-Rw

Variatie 17:
Hw: OF8, S4, O2 | Rw: H8, R4, O2

Variatie 18:
RW: Q16, P8, H8, O4, O2

Variatie 19:
Bor: G8, B4

Variatie 20:
Hw: OF8, O2 | Rw: H8, O2

Variatie 21:
Bov: P8, VdG8, Vdgzw8

Variatie 22:
HW: P16, O8, OF8, Q 5 1/3, O4, O2, R, M, S | Ped: P32, O16, OS16, GQ 10 2/3, O8, G8, RQ 5 1/3, O4, N2, M
aanduiding: a 1 Clav. | uitgevoerd: op 1 klavier en pedaal

Variatie 23:
HW: O8, OF8, O4, O2 | Rw: P8, H8, O4, O2

Variatie 24:
Rw: H8, R4 | Bov: R8, O4, R 2 2/3, N2, T 1 3/5 | Ped: OS16, G8
aanduiding: a 1 Clav. | uitgevoerd: op 2 klavieren en pedaal, de canon met de handen en de baspartij met het pedaal

Variatie 25:
Hw: OF8 | Rw: P8, H8, Tr | Bow: G16, B8 | Koppels: Ped- Bow
aanduiding: a 2 Clav. |uitgevoerd: op 2 klavieren en pedaal, de bovenstem met de rechterhand, de middenstem met de linkerhand en de onderstem met het pedaal

Variatie 26:
Hw: O8, OF8, O4, T8 | Rw: P8, H8, O4, T8

Variatie 27:
Rw: P8, H8, O4 | Hw: O8, OF8, O4

Variatie 28:
Rw: R4 | Bor: B4

Variatie 29:
Rw: P8, H8, O4, Q 2 2/3, O2, S, M, T8 | Koppels: Hw-Rw, Ped-Rw

Variatie 30:
HW: P16, O8, OF8, O4, O2, R, M, T16, T8 | Bov: P8, O4, M | Ped: P32, O16, OS16, O8, G8, RQ 5 1/3, O4, N2, M, B16, T8 | Koppels: Hw-Bov
aanduiding: a 1 Clav. | uitgevoerd: op 1 klavier en pedaal

Tenslotte
De 22e en laatste aflevering hoop ik rond 1 juni 2018 te publiceren. Heeft u vragen, opmerkingen of verzoeknummers voor de laatste aflevering mail dan naar leoterlouw@hotmail.com.
Leo Terlouw, januari 2018

JW Player goes here




Deel 20 - 27-09-2017


Toelichting Rotterdam Hoofdorgel + transeptorgel 2
Voor de tweede keer heb ik gekozen voor de combinatie van het transeptorgel (BWV 528, 667 en 536) en het hoofdorgel (vanaf BWV 560) van de Laurenskerk te Rotterdam. Twee orgels die in mijn studietijd een belangrijke rol speelden. De registraties vindt u in het afspeelblokje. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting.

Bachproject
Het Bachproject nadert zijn einde, nog twee afleveringen en dan is het klaar. De op één na laatste aflevering wordt een "aflevering speciaal", dan hoop ik alle 30 Goldbergvariaties BWV 988 te publiceren. Dit is een werk dat oorspronkelijk voor klavecimbel gecomponeerd is. Het duurt ongeveer 45 minuten tenminste als je, zoals ik van plan ben, alle herhalingen weglaat. Anders duurt het zelfs 1½ uur. De laatste aflevering wil ik dan besluiten met het grote Preludium en Fuga in Es BWV 552. De bedoeling van het project was gevarieerde programma's samen te stellen met in de eerste plaats de originele orgelwerken maar daarnaast ook transcripties. Ook wilde ik een zekere mate van volledigheid m.b.t. de originele orgelwerken nastreven. Het volgende overzicht geeft globaal weer welke stukken in dit project opgenomen zijn:
  • Orgelbüchlein: selectie
  • 6 Schübler Choräle: alle
  • Choralpartiten: alle m.u.v. Vom Himmel hoch da komm ich her BWV 769
  • 18 Leipziger Choräle: alle
  • Die einzeln überlieferte Orgelchoräle: selectie
  • Dritter Teil der Klavierübung: alle delen met pedaal
  • Praeludien, Toccaten, Fantasien und Fugen: alle gangbare combinaties
  • 6 Sonaten: alle
  • Verschiedene Einzelwerke: selectie
  • Bearbeitungen fremder Werke: alleen Concerto in G BWV 592 en Trio in c BWV 585; daarvoor in de plaats verschillende andere transcripties waaronder het Openingskoor uit de Mattheus-Passion
  • Orgelchoräle der Neumeister Sammlung: slechts één (BWV 1112)
  • “8 kleintjes”: alle
Toen ik In de vorige aflevering aankondigde dat er nog 3 afleveringen gepland waren kreeg ik een mail met de vraag of ik het Pedalexercitium BWV 598 en het Preludium en Fuga in a BWV 543 op de lijst had staan. Het Preludium en Fuga in a BWV 543 is het slotstuk van deze aflevering. Het Pedalexercitium BWV 598 stond niet op het programma. Omdat dit een pedaaloefening is heb ik dit stuk niet in het project opgenomen maar er alleen een video van gemaakt.



In de laatste aflevering is nog ruimte voor verzoeknummers. Als u er één of meer heeft laat het weten, dan probeer ik deze in aflevering 22 op te nemen.
Mochten er zoveel nummers komen dat de tijdsduur van rond de 40 minuten ver overschreden wordt dan overweeg ik er één of meer video's van te maken.

Sonate 4 in e BWV 528
  • a) Adagio-Vivace
  • b) Andante
  • c) Un poco Allegro
Het eerste gedeelte uit deze Sonate is een transcriptie van het eerste deel (Sinfonia) uit de Cantate BWV 76. De melodie-instrumenten zijn de Oboe en de Viola da Gamba. Een blaas- en een strijkinstrument, die qua klankkleur sterk contrasteren. Ik probeer altijd de registraties van alle delen uit een Triosonate samen te stellen vanuit een overkoepelende gedachte. Ditmaal heb ik, geïnspireerd door de bezetting uit de bovenstaande Sinfonia, gekozen voor contrasterende registers in de manuaalpartijen: tongwerk tegenover labialen in de hoekdelen en Holpijp 8’ tegenover Quintadeen 4’ (octaaf lager gespeeld) in het middendeel.

Komm, Gott, Schöpfer, Heiliger Geist BWV 667
Deze koraalbewerking is de laatste uit “Die Orgelchoräle aus der Leipziger Originalhandschrift”. Het is vierstemmig, staat in een twaalfachtste maat en bestaat uit twee delen die in elkaar overlopen. In het eerste deel klinkt de melodie in de sopraan. Zeer opmerkelijk is dat de bastonen steeds op de derde tel van de groepjes van drie achtsten komen (rust, rust, toon/rust, rust, toon/enz.). Wellicht verbeeldt dit de derde Persoon van de Goddelijke Drie-eenheid. In veel stukken van J.S. Bach waarin het gaat over de Heilige Geest klinkt de melodie in de laagste stem (bas) om zo het werk van de Heilige Geest op aarde uit te beelden. Zo ook in het tweede gedeelte van deze bewerking.

Registratie:

Hw: P8, R8, O4, O2, M
Rw: H8, P4, S
Ped: S16, O8, S8, O4, M, F16
Koppels: Hw-Rw

Preludium en Fuga in A BWV 536
Een onbekend werk omdat het weinig gespeeld wordt. In dit werk komt verschillende keren een hoge e1 in het pedaal voor. Dat is bijzonder, op vrijwel alle historische orgels loopt het pedaal tot c1 of d1. Gelukkig heeft mijn Content Cambiare 310 een 30-tonig pedaal en het orgel van de sampleset ook. Ik hoefde daarom geen kunstgrepen te bedenken om de notentekst punctueel weer te geven.
Veel grote werken (Preludiums, Toccata's, Fantasien en Fuga's) worden met een (zeer) sterke klank gespeeld en deze keuze maak ik zelf ook vaak. Dit keer heb ik gekozen voor slechts enkele registers. Zo gaan er vrijwel geen details verloren.

Registratie:

Hw: R8, S4
Rw: H8, R4
Ped: S16, P8, S8
Preludium op Hw
Fuga begin op Rw
vanaf mt. 179 verder op Hw

Preludium en Fuga in Bes BWV 560
De laatste van de “8 kleintjes” heb ik op de sampleset van het grote orgel gespeeld.
Zo maak je een kleintje wat groter………

Registratie:

Hw: P8, OF8, O4, O2, R
Rw: P8, H8, O4, Q 2 2/3, O2, S, T8
Ped: O16, OS16, O8, G8, R 5 1/3, O4, N2, R, B16, T8
Koppels: Hw-Rw, Ped-Hw
begin op Hw
mt. 23: Ped: -R, - B16; Koppels: -Ped-Hw
mt. 24: verder op Rw
mt. 33: Ped: +R, +B16; Koppels: +Ped-Hw
mt. 34: verder op Hw
Fuga mt. 54, 2e tel: Ped: +P32, +GQ10 2/3

Allein Gott in der Höh sei Ehr BWV 664
Ook deze koraalbewerking behoort tot “Die Orgelchoräle aus der Leipziger Originalhandschrift”. Het is een trio en het notenbeeld doet direct denken aan de snelle delen van de Triosonates. Veelal wordt dit werk ook als zodanig gespeeld in een hoog tempo en met speelse/lichtvoetige registraties. Daar is in principe niets op tegen, echter er is naar mijn idee ook ruimte voor ander keuzes. Het verschil met de snelle delen van de Sonates is dat het hier om een koraalbewerking gaat. Er is bovendien geen tempoaanduiding bij vermeld. Door het tempo wat lager te nemen en door te kiezen voor een zo eenvoudig en rustig mogelijke registratie, met uitsluitend een enkele Prestant op beide manualen, wilde ik dit stuk laten klinken als een verstilde aanbidding.

Preludium en Fuga in a BWV 543
Het Preludium begint éénstemmig met vier noten op één tel (zestiende noten). In de derde maat wordt de beweging versneld met zes noten op één tel (sextolen). In maat 8 wordt er een lange toon in het pedaal (orgelpunt) toegevoegd en vanaf maat 29 wordt de beweging nog een keer versneld met acht noten op één tel (tweeëndertigste noten). Daarna volgt een pedaalsolo die weer sterk op het begin lijkt. Na deze solo volgt een vierstemmig gedeelte waarin de stemmen een prachtige dialoog vormen.
Bij alle opnamen die ik van de Fuga beluisterde werd er niet van manuaal gewisseld. Bij veel werken van J.S. Bach is het wisselen van manualen niet wenselijk omdat de stemmen zo in elkaar vervlochten zijn dat manuaalwisselingen daarop een verstorende werking hebben. Ik ben van mening dat in deze Fuga twee manuaalwisselingen mogelijk zijn en die heb ik ook toegepast. Zie verder de registratie.

Registratie:
Hw: P8, OF8, O4, O2, R, S
Rw: P8, H8, O4, O2, M
Ped: O16, OS16, O8, G8, O4, N2
Koppels: Hw-Rw
begin op RW
mt 25, 3e tel: Ped: +M, +B16
mt. 28: verder op Hw




Fuga: Ped: +T8
mt. 51, 1e tel: lh verder op Rw
mt. 51, 4e tel: rh verder op Rw
mt. 95: Ped: -M, -B16
mt. 113: Hw: +T8
mt. 113, 2e tel: rh verder op Hw
mt. 114, 2e tel: lh verder op Hw
mt. 116: Ped: +M, +B16, +T4
mt. 139: Ped: +R
mt. 146: Hw: +P16, +M; Rw: +S
mt. 151: Hw: +T16; Ped: +P32, +GQ10 2/3, +R 5 1/3, +B32


Tenslotte
Heeft u vragen, opmerkingen of verzoeknummers voor de laatste aflevering mail dan naar leoterlouw@hotmail.com.
Leo Terlouw, september 2017

JW Player goes here


Deel 19 - 29-05-2017

Toelichting Haarlem 3
Voor de derde heb ik gekozen voor de sampleset Bavokerk, Haarlem. Een sampleset waarbij m.n. de stukken met sterke registraties (plenum) a.h.w. op vleugelen gedragen worden. Evenals de vorige keer heb ik de verhouding front- en rearsamples op 1:3 gezet. Hierdoor geeft de prachtige akoestiek een extra dimensie aan de uitvoering. Je hoeft als speler geen bijzondere dingen te doen, je krijgt het er gratis bij. Wel moet je accepteren dat er details verloren gaan maar mij hindert dat niet. De registraties vindt u in het afspeelblokje. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting. Onlangs heb ik een video gepubliceerd en daarbij deze sampleset gebruikt. Zie:



Preludium en Fuga in G BWV 550
Dit is waarschijnlijk een werk uit de jonge jaren. Tevergeefs zal men zoeken naar geraffineerde compositorische hoogstandjes. Het is gewoon een leuk speelstuk, niet meer maar zeker ook niet minder. Opvallend is de buitenproportionele lengte van de pedaalsolo in het vrij korte Preludium. De laatste drie maten van het Preludium zijn wellicht naar voorbeeld van orgelwerk van D. Buxtehude geschreven. Bij de Fuga staat “alla breve e staccato”. Alla breve betekent twee-halve maat waarbij de open noot met stok de teleenheid krijgt. De aanduiding staccato geeft aan de alle noten van de Fuga ingekort dienen te worden. Ik herinner me nog uit mijn conservatoriumtijd dat mijn leraar André Verwoerd de suggestie deed om dit onbekende werk van Bach op het programma van mijn eindexamen te zetten. Kennelijk wilde de commissie ook wel eens iets anders dan het standaard repertoire horen. Het is er toen niet van gekomen.

Registratie:
Hw: P16, O8, O4, Q3, M, S, T8, T4
Rw: P8, H8, O4, S2, M, Cy
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, S16, O8, H8, Q 5 1/3, O4, H2, M, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw, Ped-Bw
mt. 60: Rw: +T8

Jesus Christus unser Heiland, der von uns den Gotteszorn wandt BWV 665 en 666
In totaal heeft Bach vier bewerkingen over dit avondmaalslied van Luther geschreven. Drie daarvan kunt u horen in deze aflevering. De bovenstaande bewerkingen behoren tot “Die Orgelchoräle aus der Leipziger Originalhandschrift”. De eerste (BWV 665) is vierstemmig en is gemakkelijk te volgen. Er zijn vier regels en alle regels krijgen een eigen bewerking waarbij alle stemmen ritmisch en melodisch zelfstandig zijn (polyfonie). Bij alle delen klinkt de melodie eerst in de tenor en gaat vervolgens naar respectievelijk de alt, de bas en de sopraan. De bas wordt met het pedaal gespeeld en krijgt door de andere klankkleur het karakter van een uitkomende stem. Opvallend zijn de vele stapjes in halve toonafstanden (chromatiek) in het derde gedeelte. Het gevolg is een grote hoeveelheid wrange samenklanken (dissonanten). Voor de hand ligt dat dit de verbeelding van “das bitter Leiden” is. De tweede bewerking BWV 666 staat in een twaalf-achtste maat en is grotendeels manualiter. Pas tegen het eind komt er een lange noot in het pedaal bij (orgelpunt) die tot het eind van het stuk doorklinkt. Dit is de enige manualiter bewerking van de “Die Orgelchoräle aus der Leipziger Originalhandschrift”. Ook hier krijgt elke regel een eigen bewerking die duidelijk wordt afgesloten. De eerste twee delen bewegen zich in achtste noten, vanaf het derde deel gaat het stuk verder in doorgaande zestiende noten.

Jesus, meine Zuversicht BWV 728
Deze eenvoudige driestemmige bewerking zonder pedaal behoort niet tot een bepaalde verzameling. De melodie in de bovenste stem is rijk versierd. De andere stemmen begeleiden deze.

Jesus Christus unser Heiland, der von uns den Gotteszorn wandt BWV 688
De derde van de vier bewerkingen over dit avondmaalslied komt uit ‘Dritter Teil der Klavierübung”. Het gaat hier om een trio met de cantus firmus in de tenor op het pedaal gespeeld. Het stuk heeft een aantal bijzondere kenmerken:
  • veel sprongen die groter dan een octaaf zijn; in de eerste vier maten zijn ze al aanwezig
  • dezelfde sprongen maar dan een zestiende notenwaarde naar voren geschoven; vanaf maat 20 komen ze voor en geven een buitengewoon tegendraads effect
  • extreem veel dissonanten waarvan een deel niet oplost in consonanten
  • bijzondere harmonische wendingen in het tweede gedeelte die alleen een componist als Bach kon schrijven
Speeltechnisch worden er zeer hoge eisen gesteld aan de trefzekerheid. Op concerten hoor je dit stuk denk ik daarom niet vaak. Als speler moet je dan een grote dosis geluk hebben om alles goed te raken.

Fantasia super Valet will ich dir geben BWV 735
Deze vierstemmige bewerking met de uitkomende stem in het pedaal behoort tot “Die einzeln überlieferten Orgelchoräle”. Waarschijnlijk heeft Bach dit werk in Arnstadt (dus in zijn jonge jaren) gemaakt en later veranderd en verbeterd. U hoort hier de laatste versie.

Registratie:
Hw: P16, O8, O4, Q3, M, S, Te, T16, T8, T4
Rw: P8, H8, O4, S2, M, Cy
Bw: P8, O4, M
Ped: P32, P16, S16, O8, H8, Q 5 1/3, O4, H2, M, R, B32, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw, Hw-Bw

Christus, der ist mein Leben BWV 1112
Deze eenvoudige vierstemmige koraalbewerking komt uit “Die Neumeister-Sammlung”. In de “Bärenreiter Ausgabe” is het stuk genoteerd op twee notenbalken en kan manualiter gespeeld worden. Voor de gelegenheid heb ik de notentekst gescand, vervolgens dit bestand geïmporteerd in een computerprogramma dat muzieknoten herkent en kan converteren naar een muziektekstverwerker. Daar heb ik de melodie in de bovenstem verplaatst naar een derde notenbalk onder de twee bestaande en twee octaven lager geplaatst. Op deze manier kon ik het prachtige pedaalregister Cink 2’, dat t.o.v. de toonhoogte van de 8’-registers twee octaven hoger klinkt, laten horen. Het uiteindelijk resultaat staat op een Pdf. Als u deze wilt hebben mail me dan.

Toccata (dorische) en Fuga in d BWV 538
De Toccata is het enige werk waarbij Bach zeer nauwkeurig de plaatsen opgeschreven heeft waar van klavier gewisseld wordt. De dispositie van de gebruikte sampleset geeft de mogelijkheid om zowel op het Hoofdwerk als op het Rugwerk een sterke en voorname klank te realiseren. De registratie op de beide klavieren is ongeveer even sterk. Wel is de klankkleur verschillend, op het Hoofdwerk kleurt m.n. de Tertiaan en op het Rugwerk is dat de Trompet 8’. De Fuga heeft een rustig thema van zeven maten. In het eerste gedeelte stijgt het thema vanaf d1 doelgericht naar d2 (een octaaf hoger dus). Het tweede gedeelte is in feite een dalende toonladder weer terug naar d1. De meeste tonen daarvan komen niet op de 1e of op de 2e tel maar precies ertussenin (syncopen). Spectaculair is de triller in het pedaal van vijf! maten vanaf maat 179. Enig uiterlijk vertoon was de nog jonge Bach kennelijk niet vreemd. De Fuga eindigt in de laatste vier maten met een lange noot in het pedaal (orgelpunt). Daar eindigt de polyfone schrijfwijze en klinken afwisselend akkoorden in de rechter- en linkerhand.

Registratie:
Toccata
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, M, S, Te
Rw: P8, H8, O4, S2, M, Cy, T8
Ped: P16, O8, Q 5 1/3, O4, H2, M, B16

Fuga
Hw: P16, O8, O4, Q3, M, S, Te
Rw: P8, H8, O4, S2, M, Cy, T8
Ped: P32, P16, S16, O8, H8, Q 5 1/3, O4, H2, M, B16, T8
Koppels: Hw-Rw

Tenslotte
Bij leven en gezondheid komen hierna nog drie afleveringen:
  • aflevering 20 met de beide orgels van de Laurenskerk te Rotterdam met o.a. Sonate 4 in e BWV 528
  • aflevering 21 met de Goldbergvariaties BWV 988
  • aflevering 22 met de sampleset Bavokerk, Haarlem waarmee ik het project wil besluiten met als laatste stuk Preludium en Fuga in Es BWV 552
Heeft u vragen of opmerkingen mail dan naar leoterlouw@hotmail.com.
Leo Terlouw, mei 2017

JW Player goes here


Deel 18 - 25-01-2017

Toelichting Arlesheim 3
Het is al de derde keer dat ik fraaie sampleset 1761, Silbermann, Arlesheim gebruik. Een Frans barokorgel waarop met name de verfijnde muziek van J.S. Bach prachtig klinkt. De registraties vindt u in principe in het 'afspeelblokje'. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting vermeld.

Leermeesters
De opnamefunctie van Hauptwerk is voor mij van groot belang in het studieproces. Tijdens het spelen neem ik niet alle ritmische oneffenheden waar maar wel als ik de opnamen beluister. Vaak ga ik na het beluisteren van de opnamen weer aan de slag, probeer de oneffenheden weg te werken en maak vervolgens een nieuwe opname. Soms wordt dit proces enkele keren herhaald. Om het spel te verbeteren moet je eerst duidelijk in beeld krijgen wat er precies aan schort. De opnamefunctie van Hauptwerk kan daarbij enorm helpen. Zo gezien is Hauptwerk een “digitale leermeester”. Daarnaast heb ik nog een “leermeester” en dat is mijn clavichord (dit is iets anders dan een klavecimbel!). Dit instrument laat alle oneffenheden in de aanslag horen en maakte mij o.a. attent op het feit dat de druk van duim, vingers en pink niet gelijkmatig was. Vooral de druk van de ringvinger bleek onder de maat, terwijl de duim (de lompste van het vijftal) juist te veel druk op de bodem van de toets uitoefende. Uiteraard hebben deze “leermeesters” een beperkte functionaliteit. Ze geven wel aan wat er verbeterd kan worden maar de oplossingen moet je zelf bedenken.

Preludium en Fuga in f BWV 534
Dit werk is wat minder bekend. Opvallend in het Preludium zijn de twee wat je zou kunnen noemen “omspeelde orgelpunten” waarboven een canon klinkt. Tegen het einde mondt het stuk uit in een lang dissonant akkoord gevolgd door een rust. Hierna volgt er nog wat passagewerk met daarna de afsluiting. Het rustige fugathema in een maatsoort met twee tellen waarbij niet de dichte maar de open noot met de stok één tel krijgt bestaat uitsluitend uit open noten met een stok (hier één tel) en dichte noten met een stok (hier een halve tel). Opvallend is de dalende septime-sprong. Nadat het thema geklonken heeft zetten de volgende stemmen één voor één in totdat er 5-stemmigheid bereikt is.

Registratie:
Preludium:
Hw: M8, P4, D2, F
Pos: B8, P4, D2
Ped: S16, O8, Q 5 1/3, P4, F
Koppels: Ped-Hw
begin: op Hw
mt 71: verder op Pos
mt 74, 3e tel: verder op Hw
Fuga:
Hw: B16, M8, P4, D2, F, Cy
Pos: B8, P4, D2, F
Ped: B16, O8, Q 5 1/3, P4, F, T8
Koppels: Hw-Pos, Ped-Hw
mt 136: +B16



Von Gott will ich nicht lassen BWV 658
Deze vierstemmige koraalbewerking in vierkwartsmaat behoort tot “Die Orgelchoräle aus der Leipziger Originalhandschrift”. Het stuk begint in de sopraan met een rijke omspeling van de eerste regel van de melodie. Direct erna zetten respectievelijk de bas en de alt in. Vrijwel al het melodische en ritmische materiaal in deze stemmen is terug te vinden in de eerste maat. Het ritme lang – kort/kort – lang speelt daarin een dominante rol. In maat 4 zet het pedaal de melodie op tenorhoogte in.

Sonate 3 in d BWV 527
  • Andante
  • Adagio e dolce
  • Vivace
Ten opzichte van de andere Triosonates heeft deze Sonate enkele bijzonderheden. Het Andante is geschreven in een A-B-A-vorm , d.w.z. dat de eerste 48 maten letterlijk herhaald worden. Het Adagio e dolce is een transcriptie van het middendeel van het Tripelkonzert BWV 1044 voor fluit, viool, klavier en strijkorkest. In het Vivace vallen de veelvuldige repeterende bastonen op. Hermann Keller merkt in zijn boek „Die Orgelwerke Bachs“ op dat deze Sonate technisch minder moeilijk is. Ik heb dat er niet van kunnen maken, m.n. in het laatste deel stelt de klavierpartij best wel hoge eisen aan de speler.

Preludium en Fuga in G BWV 557
Dit werk behoort tot de “Acht kleine Praeludien und Fugen”. Het begin van het Preludium is statig, daarna volgen een speels deel, een pedaalsolo en de afsluiting. De Fuga heeft een simpel thema met veel herhalingen (sequensen).

Registratie:
Hw: B16, M8, P4, D2, F
Pos: B8, P4, D2
Ped: S16
Koppels: Ped – Hw, Hw-Pos
mt. 5, 4e tel: Hw: -D2, -F
mt. 19, 4e tel: Hw: +D2, +F, +T8 Ped: +B16
Fuga: Hw: +Cy


Wenn wir in höchsten Nöten sein BWV 641
Deze vierstemmige koraalbewerking behoort tot het “Orgelbüchlein”. De melodie is dezelfde als die van psalm 140. In de bovenstem hoort u een rijk versierde melodie. Bach heeft de noten van de melodie als uitgangspunt genomen en van daar uit een geheel nieuwe melodie gemaakt. In de overige stemmen komen de eerste vier noten van de melodie steeds terug. Een aantal keren ook in de omkering.

Kommst du nun, Jesu, vom Himmel herunter auf Erden BWV 650
Dit Trio behoort tot de “Sechs Schübler Choräle” en is een transcriptie van het tweede deel uit Cantate BWV 137 met de tekst van “Lobe den Herren, der alles so herrlich regieret”. Opvallend - en wat mij betreft onverklaarbaar - is dat Bach dit werk de titel van een onbekend adventslied gegeven heeft. De inhoud van dit lied heeft een geheel ander karakter. Zowel in de Bärenreiter- als in de Peeters-uitgave wordt de melodie toebedeeld aan het pedaal en speelt de linkerhand de bas. Dit heb ik voor deze opname omgekeerd, de melodie speel ik met de linkerhand en de baspartij met de voeten. Het stuk wordt hierdoor iets gemakkelijker speelbaar en de keuzemogelijkheden voor de registratie zijn veel groter.

Registratie:
Hw: B8, P4, N 2 2/3, T 1 3/5, Tr
Pos: B8, F4, N 2 2/3
Ped: S16, O8, P4

Wir glauben all an einem Gott BWV 680
Deze vierstemmige koraalbewerking behoort tot de verzameling “Dritter Teil der Klavierübung”. In alle grote koraalbewerkingen hieruit worden alle regels van de melodie verwerkt behalve bij deze. Het gaat hier om een Fuga waarbij een omspeelde eerste regel het thema is. Opvallend is dat het thema niet in de bas voorkomt. In plaats daarvan klinkt er in het pedaal zes keer een reeks van stijgende tertsen in achtste noten en dalende secundes in zestienden (ostinate bas). Een Fuga met een ostinate bas komt verder negens in het orgelwerk van J.S. Bach voor. Aan het eind klinkt in de tenor nog heel onverwacht de laatste regel van het koraal. Bach maakt op deze wijze a.h.w. een samenvatting van het gehele lied.

Registratie:
Hw: B16, M8, P4, D2, F, Cy, T8
Pos: B8, P4, D2, F
Ped: O8, Q 5 1/3, P4, F, B16, T8, C4
Koppels: Hw-Pos, Ped-Hw

Tenslotte
Inmiddels ben ik al weer volop bezig met de voorbereidingen voor de volgende opnamen: o.a. de Toccata (dorische) en Fuga in d BWV 582. Daarvoor heb ik voor de sampleset “Bavokerk, Haarlem” gekozen. Deze hoop ik rond 1 juni a.s. te publiceren. Heeft u vragen of opmerkingen mail dan naar leoterlouw@hotmail.com .

Leo Terlouw, januari 2017

JW Player goes here


Deel 17 - 17-09-2016

Toelichting Haarlem 2
Evenals de vorige keer heb ik ook nu weer gekozen voor de sampleset Bavokerk, Haarlem. Enige tijd geleden nam Lieuwe Visscher uit Vreeland contact met mij op n.a.v. de vorige aflevering. Hij krijgt al jaren les in de Bavokerk en kent het Müller-orgel heel goed. Lieuwe heeft op mijn verzoek commentaar gegeven op de opnamen van deze aflevering. Dat resulteerde in een voor ons beiden interessante emailwisseling. Zijn opmerkingen/suggesties betroffen de registratie, het tempo, de aanslag (het toucher) en zelfs ook nog technische aspecten. Soms nam ik zijn suggestie over, een andere keer niet of ten dele. Altijd was het inspirerend en een enkele keer moest ik tot de conclusie komen dat hij mij attent maakte op wat je “bedrijfsblindheid” zou kunnen noemen. Enkele stukken heb ik daarom opnieuw ingespeeld. Het uiteindelijke resultaat is voor een aanzienlijk deel door zijn feedback beïnvloedt.

Na enig aarzelen heb ik op zijn advies de verhouding front- en rearsamples op 1:3 gezet (ongeveer gelijk aan de luisterpositie bij de preekstoel in de “echte” BAVO). Hierdoor komt volgens hem de rijkdom van de klank in de prachtige akoestiek (want houten gewelf) nog beter tot zijn recht. Bij de vorige aflevering was dit 1:2. ‘k Vind wel dat met deze nieuwe instelling de akoestiek in de Wave-files die Hauptwerk standaard aanmaakt overmatig is waardoor het algehele geluidsbeeld enigszins troebel wordt. Echter: voor de afleveringen op deze website worden Wave-files naar Mp3-files geconverteerd. De grootte van een Mp3-file is ongeveer 1/5 deel van het originele bestand en roomt dit enigszins af. Ook de akoestiek wordt iets verminderd en is zo bij de Mp3-files precies goed.

Klaagde ik vorige keer nog over het feit dat het omgaan met deze sampleset een moeizaam gebeuren was, nu is dat geheel anders! Het tweeklaviers Joh.deHeer IV orgel met extern Hauptwerk heb ik ingeruild voor een drieklaviers Content Cambiare 310 Hauptwerk orgel. Nu kan ik alle registers laden in 24-bit. Dit orgel kunt u zien en horen op de bijgaande video. De vorige keer was ik al enthousiast over deze sampleset maar kon hem nog niet helemaal naar z’n waarde beoordelen. Ik kan nu niet anders zeggen dan dat ik deze set uitzonderlijk mooi vind.

Bij het bepalen van de volgorde van de stukken ben ik uitgegaan van zgn. verwante toonsoorten.
  • BWV 568 staat in G-majeur – BWV 682 in e mineur – BWV 1027a in G majeur; G majeur en e mineur zijn allebei toonsoorten met 1 kruis aan de sleutel (paralleltoonsoorten).
  • BWV 1027a in G majeur met 1 kruis aan de sleutel – BWV 720 in D majeur met 2 kruizen aan de sleutel – BWV 608 en 729 in A majeur met 3 kruizen aan de sleutel – BWV 736 in D majeur met 2 kruizen aan de sleutel – BWV 751 in G majeur met 1 kruis aan de sleutel
  • BWV 751 in G majeur en BWV 548 in e mineur (ook weer paralleltoonsoorten)
Het overzicht van de toonsoorten van BWV 682 t/m 548 laten een spiegelbeeld zien.

De registraties vindt u in het afspeelblokje. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting.


Preludium in G BWV 568
Dit is een werk van de jonge Bach dat bruist van levensvreugde. Toonladderfiguren, grote akkoorden op het klavier en virtuoos pedaalspel zijn de ingrediënten.

Registratie:
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, M, S, T16, T8, T4
Rw: P8, H8, O4, S2, M
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, S16, O8, H8, Q6, O4, H2, M, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw, Hw-Bw
mt. 56, 2e tel: Ped: +P32, +R12, +B32


Vater unser im Himmelreich BWV 682
Een grotere tegenstelling met het vorige stuk is nauwelijks denkbaar. Deze mysterieuze vijfstemmige koraalbewerking in driekwartsmaat uit “Dritter Teil der Klavierübung” is zeer complex en uitermate moeilijk toegankelijk. De rechter- en de linkerhand krijgen beide twee stemmen toebedeeld. De melodie van “Het Gebed des Heeren” klinkt in canon tussen de bovenstem/onderstem van de rechterhand enerzijds en met de onderstem van de linkerhand anderzijds en wordt voorafgegaan door een inleiding en gescheiden door tussenspelen. In de andere stemmen klinken o.a. vreemde tegendraadse figuurtjes, triolen, chromatisch stijgende/dalende loopjes en versieringen.

Trio in G BWV 1027a
Dit werk is een transcriptie van het laatste deel van de Sonate in G BWV 1027 voor viola di gamba en klavecimbel. Volgens mijn vrouw Henny heeft de gekozen registratie een beperkte houdbaarheidsdatum, wel (erg) leuk voor een keer maar minder geschikt voor een opname die meerdere keren beluisterd kan worden. Lieuwe was het geheel met haar eens! Toch raadde hij mij aan het zo te houden.

Ein feste Burg ist unser Gott BWV 720
Een koraalfantasie uit de jonge jaren van Bach over de melodie van het bekende Lutherlied. Alle regels komen stuk voor stuk aan bod. Twee-, drie- en vierstemmigheid wisselen elkaar af. De melodie is afwisselend in de verschillende stemmen te vinden.

Registratie:
Hw: O8, R8, O4
Rw: P8, H8, Q8, O4, F16
Bw: P8, B8, O4, S
Ped: P16, S16, O8


mt. 25: Ped: -S16, -O8, +T8
mt. 33: Ped: +S16, +O8, -T8
mt. 48: Koppels: +Hw-Bw
Ped: +P32, +H8, +Q6, +O4


In dulci jubilo BWV 608 en 729
De eerste bewerking komt uit het “Orgelbüchlein’’ en is een fijnzinnige vierstemmige bewerking met de melodie in canon in het octaaf.
De tweede behoort niet tot een bepaalde verzameling en is totaal anders van karakter. Grote akkoorden die je als enigszins bombastisch zou kunnen typeren en snel passagewerk wisselen elkaar af.

Registratie BWV 729:
Hw: P16, O8, O4, Q3, M, S, Te, T16, T8, T4
Rw: P8, H8, O4, S2, M, C
Ped: P32, P16, O8, Q6, O4, H2, M, R, B32, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw

Valet will ich dir geben BWV 736
Een vierstemmige bewerking in een weinig voorkomende vierentwintig-zestiende maat met de melodie in lange noten gespeeld op het pedaal. Het behoort tot “Die einzeln überlieferten Orgelchoräle”. De melodie is gelijk aan die van “Hoe zal ik u ontvangen”. De tekst is van een geheel ander karakter. Het is een begrafenislied. Toch klinkt het niet somber maar eerder opgewekt. In de tijd van Bach werd de dood meer dan nu gezien als de doorgang tot het eeuwige leven.

In dulci jubilo BWV 751
Een mooie, verstilde en gemakkelijk te volgen koraalbewerking waarvan niet zeker is of deze ook van J.S. Bach is.
Registratie:
Hw: B16, R8
Rw: H8, S3, Tr
Bw: F4
Koppels: Ped-Hw












begin: rh op Rw en lh op BW (octaaf lager)
mt 5: 3e tel: ook rh op BW (octaaf lager)
mt 10: als begin
mt 18: beide handen op BW
mt 26: als begin
mt 28: Hw: +O8
mt 33: ook rh op BW (octaaf lager)
mt 37: Hw: -O8
mt 37: 3e tel: als begin
mt 41: 3e tel: ook rh op BW (octaaf lager)
mt 46: als begin
mt 54: beide handen op BW
mt 62: als begin
mt 64: Hw: +O8
mt 69: als mt 5

Preludium en Fuga in e BWV 548
Dit werk wordt gerekend tot de grootste meesterwerken van J.S. Bach. Voor mij is dit werk voor orgel “het stuk der stukken”. Het streng vormgegeven Preludium wordt gevolgd door een veel vrijere Fuga met veel virtuoos passagewerk. De speler krijgt dit werk niet cadeau, de Fuga is technisch één van de moeilijkste stukken die Bach voor orgel geschreven heeft.

Registratie Preludium:
Hw: P16, O8, O4, Q3, M, T8
Rw: P8, H8, O4, S2, M
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, B16
Koppels: Hw-Rw, Ped-Bw

Registratie Fuga:
Hw: P16, O8, O4, Q3, M, S, T4
Rw: P8, H8, O4, S2, M, T8
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, O8, Q6, O4, H2, M, B16, T8
Koppels: Hw-Rw









begin op Hw
mt. 60: 3e tel, 1e 16e noot: op Bw
mt. 68: vanaf de 1e 16 noot: op Rw; Ped: -M, -B16
mt. 72: 3e tel, 1e 16e noot: op Bw
mt. 80: vanaf de 1e 16 noot: op Rw
mt. 124: 1e tel: Ped: -T8
mt. 124: 1e tel, 1e 16e noot: op Bw; Ped: -T8
mt. 132: 4e tel: Rw: +F16
mt. 132: vanaf de 1e 16 noot rh: op Rw
mt. 132: vanaf de 2e tel ook lh: op Rw
mt. 133: Ped: +T8
mt. 136: 1e tel: Ped: +M, +B16
mt. 136: vanaf de 1e 16e noot: rh op Hw
mt. 160: +Hw-Bw
mt. 177: 1 tel, 2e achtste noot: Hw: +T16
mt. 190: 4e tel: Ped: +P32, +S16, +H8, +T4
mt. 217: 4e tel: Ped: +B32
mt. 223: 4e tel: Rw: +Cy
mt. 230: Ped: +R12

Tenslotte
De volgende aflevering is rond 1 februari 2017 gepland. Daarvoor wil ik de sampleset Arlesheim gebruiken voor o.a. de derde Triosonate. Heeft u vragen of opmerkingen mail dan naar leoterlouw@hotmail.com .

Leo Terlouw, september 2016

JW Player goes here


Deel 16 - 19-05-2016

Toelichting Haarlem 1
Inmiddels is de surround-versie van de sampleset Bavo, Haarlem operationeel op mijn Hauptwerk-computer. Graag wil ik enkele van mijn ervaringen met deze voor mij bijzondere sampleset met u delen. Bijzonder omdat de klank van een wereldberoemd orgel digitaal vastgelegd is. Ook bijzonder omdat ik eerst ruim een jaar de Haarlem Professional (2-kanaals stereo, front samples) versie gebruikt heb en omdat de eisen die aan de Hauptwerk-computer gesteld worden enorm zijn. De Haarlem Professional versie is een goede sampleset om te studeren maar niet geschikt voor mooie opnamen.

De laatste weken ben ik druk bezig geweest met experimenteren met de surround-versie, de verhouding front- en rear-samples moet ingesteld worden, in het menu “View/Audio, Midi and Performance” moet bij het item Audio/Trim db de juiste waarde gekozen worden en last but nut least moeten de registraties uitgezocht worden. Tot nu toe was dit een enigszins moeizaam gebeuren. De oorzaak is dat mijn huidige computer “slechts” 16 Gb intern geheugen heeft. Binnenkort wordt dat anders, ik heb een computer besteld waarop alle registers van deze sampleset geladen kunnen worden. Met mijn huidige computer kan ik nu in 16-bit net de registers laden die ik in de stukken BWV 549 en 566 gebruikt heb. Bij de andere stukken heb ik voor de opnamen de registers in 24-bit geladen. Na veel wikken en wegen heb ik de verhouding front- en rear-samples ingesteld op 1 : 2. Ik heb gekozen voor zoveel mogelijk akoestiek zonder dat er al teveel details verloren gaan. In het menu “View/Audio, Midi and Performance” heb ik bij Trim db de waarde ingesteld op -2 voor de sterke stukken (BWV 549 en 566) en voor de andere op 0. Dit om de verschillen van zeer sterk en zeer zacht niet te groot te maken.

De keuze voor de registraties heeft veel tijd gekost. Ik was ervan uitgegaan dat de registraties van de sampleset, hoofdorgel Laurenskerk, Rotterdam in grote lijnen gebruikt konden worden maar al snel bleek dat niet het geval. In veel gevallen was het pedaal te sterk t.o.v. het manuaal. Dat heb ik, zoals u kunt zien in de registraties bij de stukken, een aantal keren opgelost door de registers van het pedaal geheel of gedeeltelijk te vervangen door registers van een klavier dat je op dat moment niet bespeelt. Immers er zijn drie pedaalkoppels. Mijn mening over deze sampleset is nog niet afgerond, wel wil ik stellen dat ik nu al zeer onder de indruk ben. De registraties vindt u in principe in het 'afspeelblokje'. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting vermeld.

Preludium en Fuga in c BWV 549
Het gaat hier om een werk dat J.S. Bach in zijn jonge jaren schreef. Het Preludium begint met een pedaalsolo, daarna volgt een deel met veel lange noten in het pedaal en imitaties tussen de verschillende stemmen van het manuaal. De Fuga bestaat in feite uit twee delen. Het eerste deel dat zonder pedaal gespeeld wordt is een echte Fuga. In maat 40 wordt het thema voor de eerste en meteen ook de laatste keer in het pedaal gespeeld en dan gaat de Fuga over in een soort Toccata. Deze is niet geheel vrij van uiterlijk vertoon maar dat hoort bij de jeugd naar me dunkt. Voor iemand van 60 jaar toch ook nog wel erg leuk om te spelen.
Preludium
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, M
Rw: P8, H8, O4, O2, M
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, S16, H8, H2, B16
Koppels: Hw-Rw, Ped-Bw
Fuga
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, M, S, T8, T4
Rw: P8, H8, O4, O2, M, T8
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, S16, O8, H8, O4, H2, M, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw, Ped-Bw

begin op Rw
maat 40, 3e tel: eerste inzet pedaal
maat 40, 4e tel: verder op HW
maat 52, 2e tel: Koppels: +Hw-Bw
maat 56, 3e tel: Rw: +Cy
slotmaat, 3e tel: Ped: +P32, +Q12, +R6, +R, +B32

Partite diverse sopra il Corale Christ der du bist der helle Tag BWV 766
Dit eveneens vroege werk begint met een koraalzetting waarna 6 variaties volgen. De variaties worden m.u.v. de laatste zonder pedaal gespeeld. Qua registratie vormt dit stuk een groot contrast met het vorige. Daar klonken vooral de sterke registers (prestanten, vulstemmen en tongwerken). Hier hoort u vooral de zachte stemmen en die met een subtiel klankkarakter.
Partita I
Hw: B16
Rw: P8, H8
Koppels: Ped-Hw, Ped-Rw

Partita II
Hw: O8, R8
Rw: H8, Q8, Tre8
Partita III
Rw: H8, Fd4

Partita IV
Rw: H8

Partita V
Rw: P8, H8, O4
Partita VI
Rw: Fd4

Partita VII
Rw: P8, H8, O4, O2, M
Ped: S16, O8, O4, H2, T8

Agnus Dei
Onlangs heb ik een uitvoering van de zogenoemde “Hohe Messe” van J.S. Bach bijgewoond. Een avondvullend werk met orkest, koor en solisten. Toen schoot me te binnen dat ik ooit in een ver verleden een transcriptie voor orgel van het “Agnus Dei” gemaakt heb. Dit is een zeer geliefd deel, gezongen door een alt, begeleid door strijkers. In de uitvoering van het Bach Collegium Japan o.l.v. de dirigent Masaaki Suzuki worden de noten in de bas deels zeer kort (pizzicato) gespeeld. Op orgel kun je deze speelmanier niet zonder meer over nemen want de 16’ en 8’ labialen hebben nu eenmaal meer tijd nodig om aan te spreken. Daarom heb ik gekozen om de pedaalnoten wel in te korten maar zo dat er nog net een goede toon te horen is. Als u deze transcriptie wilt hebben mail me dan stuur ik hem als Pdf naar u op.

Komm, Heilger Geist BWV 652
Deze vierstemmige koraalbewerking in driekwartsmaat behoort tot “Die Orgelchoräle aus der Leipziger Originalhandschrift”. Het zal, denk ik, bij velen niet tot de meest geliefde koraalbewerkingen behoren. Het stuk staat haaks op het huidige levensgevoel: om in deze tijd te kunnen boeien zijn veel prikkels en snelle veranderingen nodig. Dit werk is qua compositietechniek opvallend eenvormig. Elke regel krijgt een fugatische opzet waarbij niet alleen het begin van de regel maar de gehele regel in alle stemmen verwerkt wordt. Steeds na de derde inzet volgt er een uitkomende stem in de sopraan waarbij de melodie versierd wordt. Dit procedé komt negen keer terug. De muziek kabbelt zo ongeveer 10 minuten rustig voort. Echter, aan het eind van het stuk, nadat de laatste regel met de uitkomende stem gespeeld is, komt er toch nog een enthousiast einde. Daar worden ineens alle stemmen beweeglijker. Wellicht wordt hier het laatste woord van de tekst “Alleluja” uitgebeeld.

Preludium en Fuga in C BWV 566
Om dit werk beter te kunnen volgen kan het beter als volgt benoemd worden: Preludium, Fuga 1, Interludium, Fuga 2 en Postludium. Het Preludium, Interludium en Postludium zijn vrije vormen waarin o.a. passagewerk op het klavier (deels virtuoos), pedaalsoli en grote akkoorden aan elkaar geregen worden. Na het Preludium komt Fuga 1. Het thema bestaat uit veel repeterende noten, afgewisseld met groepjes van vier 16e noten. Opmerkelijk is dat Bach overal waar het thema in het pedaal voorkomt het heeft vereenvoudigd door de tweede van de vier 16e noten zodanig aan te passen dat het ook in het pedaal comfortabel speelbaar wordt. Fuga 2 heeft ook een thema met repeterende noten maar met een geheel ander karakter. De eerste Fuga staat in een vierkwartsmaat, de tweede in een driekwartsmaat. Fuga 2 is ook een veel vrijere compositie. Widor zei van deze Fuga: “Ze begint als fuga, wordt koraal en sluit af als concert”. Onlangs hoorde ik dit stuk gespeeld door een gerenommeerd organist en dacht in eerste instantie dat het tempo van de tweede Fuga te laag genomen was. Toen ik zelf het stuk ging studeren werd me duidelijk waarom: even verderop komen 32e noten voor die zelfs in dit tempo voor orgelbegrippen al zeer snel zijn.
Preludium
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, M, S, T8, T4
Rw: P8, H8, O4, S2, M, Cy, F16, T8
Bw: P8, O4. M
Ped: P32, P16, S16, O8, H8, O4, H2, M, B32, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw, Hw-Bw

maat 8, 2e tel:
Ped: -P32, -B32

Fuga 1
Rw: P8, H8, O4, S2
Ped: P16, S16, O8, H8, O4, H2

Interludium
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, M, S, T, T8
Rw: P8, H8, O4, S2, M, F16, T8
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, S16, O8, H8, O4, H2, M, R, B16, T8
Koppels: Hw-Rw, Hw-Bw
Fuga 2
Hw: O8, R8, O4, Q3, T, T8
Rw: P8, H8, O4, S2, M, F16, T6
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, S16, O8, H8, O4, H2
Koppels: Hw-Bw, Ped-Rw

Postludium
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, M, S, T, T8, T4
Rw: P8, H8, O4, S2, M, Cy, F16, T8
Bw: P8, O4, M
Ped: P16, S16, O8, H8, O4, H2, M, R, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw, Hw-Bw

maat 227, 2e tel:
Hw: +R6, +T16
Ped: +P32, +R12, +Q6, +B32

Tenslotte
De volgende aflevering is rond 1 oktober a.s. gepland. Dan wil ik deze sampleset weer gebruiken. Ik ben benieuwd naar de ervaringen van anderen die deze set gebruiken. Laat vooral van u horen.
Heeft u vragen of opmerkingen mail dan naar leoterlouw@hotmail.com .

Leo Terlouw, mei 2016

JW Player goes here


Deel 15 - 29-02-2016

Toelichting Utrecht 3
Omdat de surround-versie van de sampleset Bavo, Haarlem nog niet op de markt is heb ik nu voor de 3e keer gekozen voor de sampleset Domkerk, Utrecht. Ik heb weer zeer genoten van deze sampleset en hoop dat dit ook voor u zal gelden. Meer dan bij de andere samplesets die ik heb gebruikt moet je wel goed nadenken over de samenstelling van het programma, dit vanwege de royale hoeveelheid akoestiek en de weinig boventoonrijke klank. Het positieve van deze set is dat ze sommige stukken echt boven hun niveau kan uittillen. De registraties vindt u in principe in het 'afspeelblokje'. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting vermeld.

Preludium in a BWV 569
Het gaat hier waarschijnlijk om een zeer vroeg werk van J.S. Bach. Het stuk bestaat uit een veelvuldige aaneenschakeling van herhalingen. Iets wat je in de latere werken niet meer aantreft. Hermann Keller schrijft er in zijn boek “Die Orgelwerke Bachs” ronduit negatief over. Ik begrijp zijn argumenten wel maar ben het maar ten dele met hem eens. Voor mij is dit compositorisch simpele stuk een verademing tussen de vele andere vaak zeer ingewikkelde orgelwerken. Bovendien komen er een aantal fraaie harmonische wendingen in voor. Wel is de keuze van de sampleset in dit geval van groot belang. Speel dit stuk op een sampleset met een matige tot slechte akoestiek en er blijft vrijwel niets meer van over.

Registratie:
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, O2, M, F16, T8
Rw: P8, H8, O4, Q3, O2, M, S, T8
Bw: P8, H8, O4, T8
Ped: P16, S16, O8, F8, R6, O4, M, B16, T8, T4, C2
Koppels: Rw-Hw, Hw-Bw, Ped-Hw, Ped-Rw, Ped-Rw


Erbarm dich mein, o Herre Gott BWV 721
De meeste koraalbewerkingen van J.S. Bach behoren tot een serie: Orgelbüchlein, Schübler-Choräle, Dritter Teil der Klavierübung, 18 Leipziger Choräle en Neumeister-Sammlung. Deze bewerking is los overgeleverd en staat in de uitgave van Bärenreiter bij “Die einzeln überlieferten Orgelchoräle”. Er staat boven dat het om een manualiter werk gaat. Ik ben echter zo vrij geweest om dit stuk op twee klavieren en pedaal te spelen. Het gaat om een vroeg werk. In de sopraan hoort u de melodie in lange noten, voorafgegaan door een voorspel. De regels worden gescheiden door tussenspelen. In de linkerhand en het pedaal worden repeterende akkoorden gespeeld. Wellicht heeft de compositie “Il tremore degl’ Israeliti” uit Sonate 1 van Johann Kuhnau als voorbeeld gediend. Voor zover bekend heeft Bach slechts éénmaal deze compositietechniek voor koraalbewerkingen gebruikt.

Preludium en Fuga in e BWV 555
Dit stuk behoort tot de “Acht kleintjes”. Opvallend aan deze stukken is de verscheidenheid. Ze hebben acht verschillende toonsoorten en evenzoveel muzikaal verschillende karakters. Dit stuk zou ik willen typeren met de woorden eenvoudig, rustig, gedragen en zangerig.

Preludium: Fuga:
Rw: H8, Q8, Tr Rw: P8, H8, Q8
Ped: S16, F8 Ped: S16, O8, F8


O Lamm Gottes, unschuldig BWV 618
Christe, du Lamm Gottes BWV 619
Christus, der uns selig macht BWV 620
De koraalbewerkingen uit het „Orgelbüchlein“ volgen het kerkelijk jaar op de voet. De eerste is het adventskoraal “Nun komm der Heiden Heiland” en de laatste “Ach wie flüchtig, ach wie nichtig” voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar. De hier uitgevoerde koraalbewerkingen horen bij de lijdenstijd. “O Lamm Gottes, unschuldig BWV 618” is vierstemmig met de melodie in canon in de middenstemmen. De tenor wordt hier met pedaal gespeeld. Hermann Keller vindt dat dit stuk door één persoon gespeeld niet goed tot zijn recht komt. De canon is moeilijk te horen. Hij stelt dat het beter is om dit uit te voeren met twee organisten op drie klavieren en pedaal. Zo kun je alle stemmen een eigen specifieke klankkleur geven en kan de canon ook beter tot zijn recht komen.
“Christe, du Lamm Gottes BWV 619” is vijfstemmig met de melodie in canon in de bovenstem van de rechterhand en de onderstem van de linkerhand. Ook dit stuk zou beter uitgevoerd kunnen worden door twee spelers, alleen heb je dan een orgel met vier klavieren en pedaal nodig.
“Christus, der uns selig macht BWV 620” is vierstemmig. De melodie klinkt in canon tussen de sopraan en bas. In de buitenstemmen is een canon veel beter te horen. In het stuk klinken bijzonder veel wrange samenklanken (dissonanten) en dat is naar aanleiding van de tekst. Opvallend is dat de melodie in alle bovenstaande koraalbewerkingen in canon gecomponeerd is. In een canon wordt navolgen gesymboliseerd. Wellicht heeft Bach het vervullen van de wil van God de Vader door God de Zoon zo tot uitdrukking willen brengen.

Trio in d BWV 583
Een rustig stuk met de tempo-aanduiding Adagio. Als je de muziek opslaat zie je in één oogopslag het ongewoon grote aantal versieringen (prallers, mordenten, trillers en allerlei voorslagen). Zelfs in de pedaalpartij komen ze voor.
Wat me vrijwel nooit overkomt is dat ik daardoor eigenlijk geen idee had hoe dit stuk te spelen. Daarom heb ik het al genoemde boek “Die Orgelwerke Bachs” van Hermann Keller geraadpleegd. Hij schrijft over dit stuk dat de meeste versieringen “entbehrlich” (overbodig) zijn. Griepenkerl schrijft in het voorwoord van J.S. Bach, Petersband 4 dat de speler het beste een selectie kan maken. Daarna heb ik nog een viertal opnamen beluisterd.
Tenslotte heb ik de volgende keuzes gemaakt:
  • alle versieringen in het pedaal schrappen op één na in maat 7; dit om te laten horen dat ik technisch wel in staat ben om ze te spelen…………………
  • een behoorlijk aantal van de versieringen in de manuaalpartijen schrappen
  • de versieringen die overblijven op een sobere manier uitvoeren
  • en oh ironie……………: enkele versieringen toevoegen op plaatsen waar ik ze miste

Erstanden ist der heilge Christ BWV 628
Erschienen ist der herrliche Tag BWV 629
Heut triumphieret Gottes Sohn BWV 630
Nu weer drie koraalbewerkingen uit het “Orgelbüchlein”. De titels geven al aan dat deze voor Pasen bedoeld zijn.
De vele dissonanten zijn verdwenen. Er zijn geen “Seufzer-figuren meer. Motieven met een neergaande beweging maakt plaats voor die met een opgaande beweging. Hier maakt het licht plaats voor het duister.

Erstanden ist der heilge Christ
BWV 628


Hw: O8, R8, O4, O2
Rw: P8, H8, O4, O2, M, S
Ped: P16, S16, O8, F8, O4, M, B16
Koppels: Rw-Hw

Erschienen ist der herrliche Tag
BWV 629


Hw: O8, R8, O4, O2
Rw: P8, H8, C, Tobas8
Koppels: Ped-Rw


Heut triumphieret Gottes Sohn
BWV 630


Hw: O8, R8, O4, Q3, O2, T8
Rw: P8, H8, O4, Q3, O2, T8
Bw: P8, H8, O4, T8
Ped: P16, S16, O8, F8, O4, B16
Koppels: Rw-Hw, Hw-Bw, Ped-Hw

Preludium en Fuga in C BWV 531
Dit programma besluit ik met nog een jeugdwerk. Compositorisch zijn er weliswaar zaken die nog te wensen over laten maar het stuk is toch al wel veel rijker dan het “Preludium in a BWV 569” waar deze aflevering mee begon.
Het Preludium begint met een pedaalsolo gevolgd door allerlei passagewerk op manuaal en pedaal. Aan het eind klinken grote akkoorden afgewisseld met virtuoos passagewerk. Merkwaardig aan de Fuga is het feit dat het thema nergens in het pedaal voorkomt. Dat is maar goed ook want anders had ik nog heel hard moeten studeren. Op moderne orgels is het nog wel mogelijk dit thema in het pedaal te spelen. Op historische orgels nauwelijks en op sommige met korte pedaaltoetsen helemaal niet. Ondanks de compositorische onvolkomenheden wordt dit stuk door velen gezien als een orgelwerk dat de genialiteit van de grote meester in zijn latere orgelwerken al laat vermoeden.

Preludium:
Hw: P16, O8, R8, O4, Q3, O2, M, F16, T8
Rw: P8, H8, O4, Q3, O2, M, S, T8
Ped: P16, S16, O8, F8, O4, M, B16, T8, T4
Koppels: Rw-Hw, Ped-Hw




Fuga:
Hw: O8, R8, O4, Q3, O2, T8
Rw: P8, H8, O4, Q3, O2, M
Ped: P16, S16, O8, F8, O4, M, B16, T8
Koppels: Rw-Hw
begin: op Rw
vanaf mt 36 verder op Hw
vanaf mt 45, 1e tel r.h. weer op Rw en 3e tel l.h. weer op Rw
vanaf mt 70, vanaf 3e tel registratie weer als Preludium


Tenslotte
De volgende aflevering is rond 1 juni a.s. gepland. De opnamen zijn reeds gemaakt met Haarlem stereo. De vraag is echter of Haarlem surround waarmee ik ze wil publiceren er dan al is. Ik wacht nog even af, anders kies ik gewoon een andere.
Heeft u vragen of opmerkingen mail dan naar leoterlouw@hotmail.com .

Leo Terlouw, februari 2016
JW Player goes here


Deel 14 - 29-09-2015

Toelichting Vollenhove 2
Voor deze aflevering is voor de tweede keer gekozen voor de sampleset 1686, Bosch/Schnitger, Vollenhove.
De eerste keer (deel 6 - 06-09-2013) heb ik niet veel verschillende registraties laten horen. De werken leenden zich daar niet voor. In deze aflevering hoort u naast de Cornet en de Sesquialter ook de twee registers (Roerfluit 8 en Vox Humana 8) van het F.C. Schnitger orgel te Duurswoude, die toegevoegd zijn aan deze set. Verder zijn alle registraties verschillend aan die van de vorige keer.
De registraties vindt u alle in het 'afspeelblokje' behalve die van "Preludium en Fuga in G BWV 541".

Sonate 2 in c - BWV 526
  • a) Vivace
  • b) Largo
  • c) Allegro
Deze Sonate stond al enige tijd op mijn lijstje met verzoeknummers. De Sonates van J.S. Bach worden gezien als zijn moeilijkste orgelwerken. Daar komt nog bij dat de tweede tot de moeilijkste van de Sonates gerekend kan worden. Vroeger op het conservatorium werd de moeilijkheid van deze stukken breed uitgemeten en later in verschillende toelichtingen bij platen en cd’s was dat niet veel anders. Het gevolg kan zijn dat je je dat als speler ook gaat inbeelden en dat is contraproductief. Ik heb opnamen beluisterd waarbij hoorbaar was dat de uitvoerenden (enigszins) met de materie worstelden. Ook - en met name in de laatste jaren - heb ik uitvoeringen gezien en gehoord waarbij de indruk werd gewekt dat spelers het zo maar uit hun mouw schudden. Hoe dan ook, voor mij zijn deze Sonates een extra aansporing om ze zo veel en zo effectief mogelijk te studeren. Telkens als ik moeilijkheden tegenkom probeer ik de oorzaak te achterhalen en op te lossen. J.S. Bach heeft weliswaar de grenzen van de speeltechniek opgezocht maar nergens passages geschreven die onmogelijk te realiseren zijn.

In de registraties van de drie delen is de verbindende factor dat het hoogste register (d.w.z. het register met de laagste voetmaat) op beide manualen tot de Prestantenfamilie behoort. Opvallend in het Vivace zijn de kettingtrillers. Dat zijn trillers die over verschillende lange noten aaneengeregen worden. Het middendeel (Largo) is evenals bij alle andere Triosonates een rustig deel. Het laatste deel heeft veel eigenschappen van een driestemmige Fuga. In maat 59 verschijnt er een nieuw motief met snelle noten die verschillend geïnterpreteerd worden. Sommige organisten spelen wat er staat: twee zestiende noten gevolgd door een achtste. De meesten, voor zover ik weet, spelen op die plaats een triool. Aanvankelijk had ik voor de eerste optie gekozen. Bij het beluisteren ervan dacht mijn vrouw Henny dat ik het ritme verkeerd uitvoerde. Zij had een triool in gedachte. Uiteindelijk heb ik de opname over gedaan en toch ook voor de tweede optie gekozen.

Herr Jesu Christ, dich zu uns wend - BWV 632, 709 en 726
Twee koraalbewerkingen en een koraalzetting over het Pinksterlied "Herr Jesu Christ, dich zu uns wend". De eerste (BWV 632) is een verstilde vierstemmige koraalbewerking uit het "Orgelbüchlein" met de melodie in de bovenstem. In de middenstemmen klinkt steeds weer een motief bestaande uit noten van een gebroken drieklank in zestienden. Wellicht is dit op te vatten als een symbool voor de goddelijke drie-eenheid. We horen in het pedaal een canonische verwerking van (delen van) de melodie. Deze bewerking staat in de toonsoort F, maar voor de gelegenheid heb ik hem een toon hoger getransponeerd zodat deze nu logisch aansluit op de volgende delen.

Daarna volgt een vierstemmige bewerking (BWV 709), ook met de melodie in de sopraan maar nu versierd. Bach heeft hier de oorspronkelijke noten van de melodie als uitgangspunt genomen en daar allerlei versieringen en omspelingen aan toegevoegd.

Tenslotte een koraal met een verrassende opeenvolging van harmonieën. De regels worden gescheiden door vrij - en soms ook virtuoos - passagewerk.

Preludium en Fuga in a - BWV 559
Erhalt uns Herr, bei deinem Wort - BWV 1103
Fuga in c - BWV 575
Over het algemeen kies je registers bij een bepaald stuk. Bij deze drie stukken is dat anders gegaan. Ik heb nu de stukken gekozen om de twee toegevoegde registers van het F.C. Schnitger orgel te Duurswoude te laten horen. De Vox Humana in BWV 559, de Roerfluit 8’ in BWV 1003 en beide registers gecombineerd in BWV 575. Het "Preludium en Fuga in a BWV 559" behoort tot de "Acht kleine Präludien und Fugen". Deze stukken zijn bij velen bekend. Waarschijnlijk zijn ze niet door J.S. Bach gecomponeerd. "Erhalt uns Herr, bei deinem Wort BWV 1103" vind je in de "Neumeister-Sammlung". Daarin staan koraalbewerkingen van de "jonge Bach". Deze koraalbewerking is fugatisch opgebouwd. Het thema is gelijk aan de eerste regel van de "Avondzang" (Gezang 12 achter de Psalmen).
De "Fuga in c BWV 575" kende ik tot voor kort niet. Het is een verrassend stuk, onzeker is of dit werk door J.S. Bach geschreven is.

Der Tag, der ist so freudenreich - BWV 605
Een vierstemmige bewerking uit het "Orgelbüchlein" over een Duits kerstlied met de c.f. in de sopraan. De melodie wordt uitkomend gespeeld. De vreugde wordt uitgebeeld d.m.v. de vele groepjes met tweeëndertigste noten in de bovenstem van de begeleiding in de linkerhand.

Preludium en Fuga in G - BWV 541
Dit werk is één van de feestelijkste orgelwerken van J.S. Bach. In het Preludium is een driekwartsmaat voorgeschreven maar tot en met maat 12 wisselen de drie- en de vierkwartsmaat elkaar geregeld af. Opvallend in het Fugathema zijn de vele repeterende noten. Deze komen niet zomaar uit de lucht vallen, ook in het Preludium zijn ze rijk vertegenwoordigd. Tegen het einde van de Fuga wordt de beweging even stilgezet en klinkt er een dissonant akkoord dat relatief lang aangehouden wordt. Daarna gaat het stuk nog even door en in dit slotdeel wordt het thema tot twee keer toe in canon ten gehore gebracht.

Registratie:
Preludium:
Hw: P8, B8, O4, O2, M, C, T
Rw: H8, P4, O2, M, S
Ped: S16, O8, H8, O4, B16, T8
Koppels: Rw-Hw, Ped-Hw
Fuga:
Hw: -C, -T8
Rw: -S
Ped: -B16
Fuga, maat 71, 4e tel:
Hw: +C, +T8
Rw: +S
Ped: +B16

Tenslotte
Vanaf nu is het de bedoeling drie i.p.v. vier keer per jaar te publiceren. Gezin, werk en kerk eisen ook de nodige aandacht. Voor aflevering 15 hoop ik de sampleset van Haarlem surround voor het eerst te gebruiken.
Hebt u vragen of opmerkingen, mail dan naar leoterlouw@hotmail.com (bijv. voor download van .wav bestanden).
Kritische vragen/opmerkingen zijn ook zeer welkom!

Leo Terlouw, september 2015

JW Player goes here


Deel 13 - 27-05-2015

Toelichting Rotterdam hoofdorgel en transeptorgel
Voor deze opnamen heb ik gekozen voor de beide samplesets die in de Laurenskerk in Rotterdam zijn opgenomen. Voor de meeste stukken heb ik die van het transeptorgel gebruikt en daar het programma op afgestemd. In de vorige aflevering heb ik al veel registers van het transeptorgel laten horen. In deze aflevering krijgt dat een vervolg. Registers als de Quint 1 1/3' en de Scherp van het Rugwerk en de Schalmei 4' van het Pedaal komen nu ook aan bod. Alle registercombinaties die u nu hoort - zowel die van het transept- als die van het hoofdorgel - zijn nog niet gebruikt in vorige opnamen.
De registraties vindt u alle in het 'afspeelblokje' behalve die van het Preludium en Fuga in C BWV 547.

Nun freut euch lieben Christen g'mein - BWV 734
Dit is een koraalbewerking in trio vorm waarbij de baspartij met de linkerhand en de melodie, die in de middenstem ligt, met de voeten gespeeld wordt. In de rechterhand hoort u een ononderbroken beweging met uitsluitend 16e noten zonder ook maar een enkele rust. Alleen in maat 30 neemt de linkerhand de 16e noten even over. Al met al een vrolijk stuk waarbij het "freut euch" mooi tot uitdrukking gebracht wordt.

Preludium en Fuga in d - BWV 539
Dit is een merkwaardige combinatie van stukken: een vrij onbeduidend Preludium zonder pedaal gevolgd door een geniale Fuga. Voor de speler ligt er bij minder interessante stukken altijd een uitdaging. Hoe kun je er het beste van maken? Dit keer heb ik gekozen voor een ongebruikelijke registratie. De Fuga is een transcriptie van het tweede deel uit Sonate 1 BWV 1001 voor vioolsolo. Het stuk is o.a. getransponeerd om alle noten binnen de grenzen van het klavier van de toenmalige orgels te plaatsen. Het is interessant om de versie voor viool solo te vergelijken met die voor orgel.

Allein Gott in der Höh sei Ehr - BWV 662
Van deze koraalmelodie heeft J.S. Bach ons heel veel bewerkingen nagelaten, steeds weer met andere compositietechnieken. Deze grote en voorname koraalbewerking behoort tot de zogenaamde "Leipziger Choräle". In de sopraan horen we een rijk versierde melodie. J.S. Bach heeft de noten van het koraal weliswaar als uitgangspunt genomen maar door de vele omspelingen is a.h.w. een nieuwe melodie ontstaan waarbij de oorspronkelijke melodie niet of nauwelijks meer herkenbaar is.

Wer nur den lieben Gott lässt walten - BWV 647
Deze koraalbewerking is één van de zes „Schübler Choräle" en is een transcriptie van het Duet voor sopraan en alt uit de gelijknamige Cantate BWV 93. In de manuaalpartij hoort u de partijen die in de Cantate door sopraan en de alt gezongen worden aangevuld met de baspartij. Op orgel wordt de melodie in het pedaal gespeeld. In de Cantate laten strijkers deze horen.

Herr Gott nun schleuss den Himmel auf - BWV 617
Dit stuk behoort tot één van de uitgebreidere koraalbewerkingen van het "Orgelbüchlein". De tekst vertoont verwantschap met die van de Lofzang van Simeon en spreekt van een verlangen naar de eeuwigheid. In de rechterhand wordt de melodie met daaronder een begeleidende stem gespeeld. Wellicht dat J.S. Bach met de noten in de linkerhand het leven van de mens heeft willen symboliseren. Soms is er structuur, dan is het weer grillig en er zijn hoogte- en dieptepunten.

Wer nur den lieben Gott lässt walten - BWV 690, BWV 691 en BWV 642
Het gaat hier om drie kortere en relatief eenvoudig te spelen koraalbewerkingen met de melodie in de bovenstem. Ze staan allen in dezelfde toonsoort. De eerste (BWV 690) wordt alleen met de handen gespeeld, staat in een driekwartsmaat en is afwisselend drie- en vierstemmig. Onder de melodie worden stijgende een dalende toonladderfiguren gespeeld. De tweede (BWV 691) is ook manualiter en hier horen we de melodie met veel omspelingen in de rechterhand. De begeleiding is tweestemmig. De derde (BWV 642) behoort tot het "Orgelbüchlein". Opvallend in deze vierstemmige koraalbewerking is het steeds terugkerende ritme met de notenwaarden "16e -32e - 32e ".

Wo soll ich fliehen hin - BWV 646 (hoofdorgel)
Vijf van de zes „Schübler Choräle" zijn bewerkingen voor orgel van delen uit Cantates. Bij deze bewerking die ook tot deze serie behoort, kennen we de Cantate niet. Wellicht is deze verloren gegaan. Evenals "Nun freut euch" BWV 734 is dit een trio met de melodie in de middenstem gespeeld met de voeten. Bij de baspartij die in de linkerhand gespeeld wordt staat een 16' register voorgeschreven. Ik heb niet gekozen voor een labiaalregister maar voor een tongwerk (Dulciaan 16') omdat deze in het groot octaaf veel directer aanspreekt. In de andere stemmen vormen tongwerken ook de basis van de klankkleur.

Preludium en Fuga in C - BWV 547 (hoofdorgel)
Dit werk behoort tot één van de grote orgelwerken uit de "Leipziger Jahre" waarin Bach's genialiteit tot het absolute hoogtepunt komt. In het Preludium is al het thematische materiaal te horen in de eerste vier maten van de bovenstem.
In het pedaal horen we een steeds terugkerend motief. Zowel in het Preludium als in de Fuga wordt tegen het einde de doorgaande beweging abrupt onderbroken door grote akkoorden met aansluitend rusten. De Fuga is een contrapuntisch wonder. Een kort thema van slechts één maat komt meer dan vijftig keer terug o.a.:
  1. recht d.w.z. zoals het klinkt aan het begin
  2. in de omkering d.w.z. alle stijgende intervallen worden dan dalend en omgekeerd
  3. recht in de vergroting d.w.z. dan worden alle notenwaarden twee keer zo lang
  4. omkering in de vergroting
  5. canon recht
  6. canon omkering
  7. samengaan recht en omkering; omkering zet na twee tellen in
  8. zie 7 maar dan omgekeerd
  9. samengaan recht en recht in de vergroting (pedaal)
  10. samengaan omkering en recht in de vergroting (pedaal)
Is deze Fuga een contrapuntisch wonder vanwege het kunstige verwerken van het thema zoals hierboven vermeld?
Nee, uiteindelijk is alleen de gevoelswaarde bepalend. Na intensieve studie ervaar ik het tweede gedeelte van deze Fuga (vanaf het gedeelte waar het pedaal inzet) als één van de mooiste delen die ooit voor orgel geschreven zijn.

registratie Preludium:
Hw: O8, OF8, O4, O2, R, S
Rw: P8, H8, O4, Q 2 2/3, O2, M
Ped: O 16, OS16, O8, G8, O4, N2, M, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw



registratie Fuga:
Hw: R16, O8, OF8, O4, O2, R, M, S, T8
Rw: Q16, P8, H8, O4, Q 2 2/3, O2, M, T8
Ped: P32, O 16, OS16, O8, O4, N2, C, M, B32, B16, T8, T4
Koppels: Hw-Rw
begin op Rw
maat 47, 2e tel: lh naar Hw
maat 47, 3e tel: rh naar Hw


Tenslotte
Voor de volgende opnamen concentreer ik me op twee verzoeknummers die ik al een aantal keren voor me uitgeschoven heb. Waarschijnlijk gebruik ik de sampleset Vollenhove weer.
Hebt u vragen of opmerkingen, mail dan naar leoterlouw@hotmail.com (bijv. voor download van .wav bestanden).
Kritische vragen/opmerkingen zijn ook zeer welkom!

Leo Terlouw, mei 2015

JW Player goes here


Deel 12 - 27-02-2015

Toelichting Transept orgel van Laurenskerk Rotterdam
Dit keer opnamen op de pas uitgebrachte sampleset Rotterdam transeptorgel. In de jaren 1978 en 1980 heb ik les gehad op het hoofd- en het transeptorgel, er middagpauzeconcerten gegeven en er twee examens gedaan. Wie had toen ooit kunnen denken dat deze orgels digitaal beschikbaar zouden komen en vanaf je elektronische orgel tot klinken gebracht konden worden. Het transeptorgel is uitermate geschikt om de orgelwerken van J.S. Bach die om een verfijnde registratie vragen te spelen. In mijn conservatoriumtijd werden de Triosonates altijd op het transeptorgel gespeeld. Ook voor veel koraalbewerkingen is het een ideaal instrument. Voor de grote werken die om een sterke orgelklank vragen werden verschillende keuzes gemaakt. Mijn voorkeur ging (en gaat) voor die stukken meestal uit naar het hoofdorgel. Het plenum van het transeptorgel is wat dunnetjes en de Fagot 16' van het pedaal is weinig grondtonig. Bovendien ontbreken 16'- registers op het klavier. De registraties vindt u dit keer alle in het 'afspeelblokje'.

Sonate 5 in C BWV 529
  • I. Allegro
  • II. Largo
  • III. Allegro
In de toelichting bij de opnamen "Deel 6 - 06-09-2013" belichtte ik de technische aspecten van de zes Triosonates. Vorige keer ("Deel 11 - 27-11-2014) schreef ik over de tempi. Nu wil ik mijn gedachten met u delen over de registratie.
Triosonates zijn het orgel niet op het lijf geschreven. Het is eigenlijk kamermuziek die op orgel gespeeld wordt. In sonates voor basso continuo en twee melodie-instrumenten, die door J.S. Bach en tijdgenoten geschreven zijn, wijzigt de bezetting in de verschillende delen nooit. Alle delen worden met dezelfde instrumenten gespeeld. Dat bracht mij op de gedachte om de drie delen van deze Sonate met dezelfde registratie te spelen. Uiteindelijk heb ik daar van afgezien, het geheel wordt toch minder boeiend. Wel heb ik in deze Sonate gekozen voor manuaalregisters die alle tot de fluitenfamilie behoren en heb ik de verschillen in registratie tussen de drie delen klein gehouden. Een compromis dus.
Het kiezen van de registraties moet, zeker bij een Triosonate, zorgvuldig gebeuren. Bij alle delen heb ik gekozen voor registraties waarbij in de manuaalpartijen slechts subtiele verschillen te horen zijn. Bij deze stukken loert het gevaar dat één van de stemmen als een uitkomende stem gaat klinken wat niet de bedoeling is omdat de stemmen gelijkwaardig zijn.
Tegenwoordig wordt de baspartij (het pedaal) voor zover ik weet altijd met 16', 8' en (4') geregistreerd. In mijn studietijd werd voor de snelle hoekdelen de 16' vaak weggelaten. Bij deze opnamen heb ik nu ook die keuze gemaakt. Daardoor kon het tempo iets hoger gekozen worden. Tenslotte: de hoekdelen van deze Sonate zijn "drukke" stukken. Sluit je met je registratie hierbij aan of kies je als tegenwicht voor een rustige/eenvoudige registratie? Het zal duidelijk zijn dat ik voor het laatste gekozen heb. Volgens mijn vrouw Henny komen de meeste registers het best tot hun recht als je ze dichtlaat. Eigenlijk heeft ze wel gelijk………………

Herzlich tut mich verlangen BWV 727
Deze koraalbewering is één van de meest toegankelijke die J.S. Bach geschreven heeft. Hij is bij deze bewerking uitgegaan van de melodie zoals wij die o.a. kennen uit het oude Liedboek voor de kerken nummer 183 "O hoofd vol bloed en wonden". Het stuk is vierstemmig, de versierde melodie ligt in de sopraan en wordt met een uitkomende stem gespeeld.

Partite diverse sopra il Corale "Ach, was soll ich Sünder machen" BWV 770
Het gaat hier om een vroeg werk van J.S. Bach. Duidelijk is de invloed van de Noord-Duitse orgelmeesters Georg Böhm en Dietrich Buxtehude merkbaar. Het werk, dat geheel zonder pedaal gespeeld wordt, bestaat uit acht korte variaties gevolgd door twee uitgebreidere koraalbewerkingen. Hier volgt een overzicht van de tien variaties met hun karakteristieke elementen:
  • Variatie 1: een vrije koraalzetting met grote grepen.
  • Variatie 2: tweestemmig stuk (Bicinium) met in de bovenstem de melodie versierd en in de linkerhand een baspartij in achtste noten.
  • Variatie 3: zestiende noten in de rechterhand en begeleiding in de linkerhand.
  • Variatie 4: uitgeschreven gebroken akkoorden.
  • Variatie 5: zestiende noten in de linkerhand en de melodie met akkoordnoten eronder in de rechterhand.
  • Variatie 6: gebroken akkoorden in de rechterhand en de begeleiding in de linkerhand.
  • Variatie 7: zes-achtste maat.
  • Variatie 8: virtuoos met veel tweeëndertigste loopjes.
  • Variatie 9: driekwartsmaat met opschrift Adagio; naast het accent op de eerste tel (maataccent) een relatief zwaar maatdeel op de tweede tel.
  • Variatie 10: tempoaanduidingen "Allegro" en "un poco Adagio", overgangen van zestiende noten naar triolen en omgekeerd; verschillende compositietechnieken en passagewerk wisselen elkaar af.

Ach bleib bei uns, Herr Jesu Christ BWV 649
Dit orgelkoraal is een Trio dat behoort tot één van de zes Schübler-Choräle. Het zijn transcripties voor orgel van de hand van J.S. Bach zelf. Het derde deel van de Cantate "Bleib bei uns, denn es wird Abend BWV 6" is hier bewerkt voor orgel. In de oorspronkelijke bezetting worden de bas en de middenstem gespeeld door strijkinstrumenten. De melodie wordt door een sopraan gezongen.

Christ lag in Todesbanden BWV 625
Deze koraalbewerking komt uit het "Orgelbüchlein" en is vierstemmig met de melodie in de sopraan. Als je de titel oppervlakkig leest zou je kunnen denken dat dit een koraal is dat bij de lijdenstijd hoort. Maar dat is niet zo, het gaat om de verleden tijd en daarom is het een Paaslied.

Tenslotte
De volgende opnamen zijn rond 1 juni 2015 gepland. Zoals het er nu naar uitziet kunt u weer opnamen verwachten met deze sampleset maar dan in combinatie met die van het hoofdorgel. Inmiddels heb ik de stereoversie van de sampleset Sint Bavo Haarlem. Pas als de surround-versie beschikbaar is wil ik gaan opnemen. De verzoeknummers (BWV 527 en 682) staan nog even uit.
Heeft u vragen of opmerkingen, mail dan naar leoterlouw@hotmail.com (bijv. voor download van .wav bestanden).
Kritische vragen/opmerkingen zijn ook zeer welkom!
Leo Terlouw, februari 2015

JW Player goes here


Deel 11 - 27-11-2014

Toelichting Arlesheim 2
Voor de tweede keer gebruik ik nu weer de fraaie sampleset 1761, Silbermann, Arlesheim. Een sampleset van een Frans barokorgel waarop muziek van J.S. Bach prachtig klinkt. De registraties vindt u in principe in het 'afspeelblokje'. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting vermeld.

Sonate 6 in G BWV 530
  • I. Vivace
  • II. Lento
  • III. Allegro
In de toelichting bij de opnamen met sampleset Vollenhove (06-09-2013) heb ik vooral de technische aspecten van de zes Triosonates belicht. Nu wil ik mijn gedachten met u delen over de tempi. De tempi van de langzame delen (veelal de middendelen) met de aanduidingen Adagio, Largo, Andante en Lento zijn geen probleem. De tempi van de snelle delen, in deze Sonate de delen 1 en 3, stellen mij steeds weer voor een dilemma. De muziek vraagt om snelle tempi en dat wordt ook in de aanduidingen Vivace en Allegro aangegeven. Van deze Sonates zijn verschillende transcripties in diverse bezettingen en zonder uitzondering hoor ik daar tempi die ik in principe ook zo aanvoel. Bij opnamen met orgel zijn de verschillen zeer groot. Sommigen kiezen voor dezelfde hoge tempi, anderen spelen deze delen aanmerkelijk langzamer. Het probleem bij snelle tempi is dat het altijd (enigszins) rommelig klinkt. De oorzaak is niet dat spelers de materie niet beheersen maar dat de 16-voets labialen bij deze stukken te traag aanspreken waardoor de tonen van de baspartij steeds iets te laat klinken. Een (deel van de) oplossing kan zijn de 16-voets labialen in het pedaal weg te laten. Bij sommige opnamen gebeurt dat ook en soms wordt ook gekozen voor hoge registers in de manuaalpartijen. De klank bevalt mij dan niet, het doet me aan een speeldoosje denken. Zelf kies ik de laatste tijd altijd voor tempi die de muziek zo weergeven dat alles ordelijk klinkt. Ik vraag ik me af of deze stukken vroeger wel op orgel gespeeld zijn. Bekend is dat ze bedoeld waren als studiemateriaal voor zoon Wilhelm Friedemann Bach (biografie Forkel). In de tijd van Bach werd er waarschijnlijk weinig op het orgel gestudeerd, er was immers geen elektriciteit en orgeltrappers moesten betaald worden. Men studeerde thuis op een clavichord met pedaal. Gesteld dat dit zo is moet je deze stukken dan wel op orgel spelen? Natuurlijk wel, want ook met langzamere tempi klinken deze stukken nog prachtig. Sterker nog: ze behoren ook dan nog tot de mooiste orgelwerken die er zijn.

Vom Himmel hoch, da komm' ich her BWV 606, 701 en 700
Drie koraalbewerkingen over de melodie van het kerstlied "Ik ben een engel van de Heer" uit het Liedboek voor de kerken. Voor de gelegenheid heb ik bewerking BWV 606 een toon lager getransponeerd. Nu staan ze allen in dezelfde toonsoort.
Bewerking BWV 606 uit het Orgelbüchlein is een eenvoudige vierstemmige bewerking met de melodie (hier en daar versierd) in de sopraan.
Bewerking BWV 701 is een driestemmige Fughetta zonder pedaal. Het hoofdthema is de eerste regel van het koraal. In de tweede maat horen we dalende toonladderfiguren die in de loop van het stuk een aantal keren terugkomen en dan niet alleen dalen maar ook stijgen. Ook de tweede en de derde regel worden in het contrapunt verwerkt.
Bewerking BWV 700 is de meest uitgebreide en is vijfstemmig. De melodie klinkt ongewijzigd in het pedaal, voorafgegaan en gescheiden door lange rusten. De Bombarde 16' op dit orgel heeft een opvallende klankkleur. Zo klinkt er een contrastrijk geheel met het Prestantenplenum van het Hoofdwerk en Positiv. Ook de stemmen die op het klavier gespeeld worden zijn erg in de weer met de melodie. Soms klinkt de melodie ongewijzigd, dan weer met (kleine) melodische en ritmische verschillen en soms met een slechts een deel ervan.

Koraal uit Cantate BWV 22: Er tödt uns durch dein' Güte
Het gaat hier om een transcriptie van het slotkoraal uit Cantate BWV 22 "Jesus nahm zu sich die Zwölfe". De oorspronkelijke bezetting is Oboe, Violini, Viola, Violoncello, Violone, Fagotto, Organo en vierstemmig koor. Deze rijke instrumentale bezetting wordt voor orgel gereduceerd tot een trio met in de bovenstem vooral zestiende noten, de baspartij in achtste noten en de melodie in de middenstem. Liefhebbers van orgelmuziek van J.S. Bach die hun muzikale horizon willen verbreden raad ik aan ook eens Cantates te beluisteren. Het zijn doorgaans uitzonderlijk mooie stukken die niet onderdoen voor de Mattheuspassion. Ze zijn alleen veel korter. Er zijn verschillende integrale uitvoeringen. Ik heb zelf de uitvoering van de Japanse dirigent Masaaki Suzuki met zijn Bach Collegium Japan.

Duetto 3 in G BWV 804 / Duetto 4 in a BWV 805
Tijdens het leven van Bach zijn een aantal van zijn orgelwerken uitgegeven onder de naam "Dritter Teil der Klavierübung". Daarin zijn opgenomen het Preludium en Fuga in Es BWV 552. Tussen het Preludium en de Fuga staan bewerkingen over 10 koraalmelodieën. Van elke melodie zijn er twee bewerkingen, één met pedaal en de andere zonder. Na de laatste koraalbewerking volgen 4 Duetten. Het zijn tweestemmige stukken die nogal moeilijk toegankelijk zijn. Duetto 3 is een speels werk in een 12/8 maat. Het motief van 6 noten direct aan het begin in de bovenstem geeft het stuk profiel. Duetto 4 is eigenlijk een tweestemmige Fuga.

Das alte Jahr vergangen ist BWV 614
Deze vierstemmige koraalbewerking komt uit het Orgelbüchlein en is bedoeld voor de oudejaarsdag. De melodie ligt in de sopraan en is rijk versierd. Opvallend zijn de chromatische motieven (=stapjes van halve toonsafstanden) in de begeleidende stemmen. De sfeer is weemoedig.

Preludium en Fuga in g BWV 535
Dit wat minder bekende werk speel ik op verzoek van Jaap Jongeneel uit Ede. In het Preludium is er iets merkwaardigs aan de hand. Maat 19 wordt maar liefst 11 keer letterlijk herhaald steeds op een halve toon lager. Deze stereotype schrijfwijze is mij bij andere muziek van J.S. Bach onbekend. Voor de speler ligt er een uitdaging dit toch zo boeiend mogelijk uit te voeren. Rond 1980 volgde ik een cursus waarin de orgelwerken van César Franck centraal stonden. Eén van de docenten was de onlangs overleden organist Bernard Bartelink. Hij stelde ons de vraag: "Wat doe je met saaie delen in een compositie?" Zijn antwoord ben ik nooit vergeten: "Dan moet je snel spelen, dan ben je in ieder geval eerder klaar en bovendien lijkt het nog wat ook". Door deze gedachte heb ik me deels laten inspireren bij het uitvoeren van de maten 11 t/m 30 van dit Preludium. Verder heb ik de achtste noten in de linkerhand beurtelings met de volle waarde en een klein deel van de waarde gespeeld. Om de twee maten laat ik een heel subtiele vertraging horen. De luisteraar moet maar beoordelen of dit deel uit het Preludium zo interessant genoeg klinkt.
In alle andere maten van zowel het Preludium als de Fuga herken ik wel de hand van de grote meester. Opvallend in het fugathema zijn de vele repeterende noten in de maten 2 en 3 en de omspeling ervan in maat 4.

Preludium
Pos: B8, P4, D2, F
Ped: S16, O8
Koppels: Ped-Hw

begin op Hw
mt 14, 3e tel: verder op Pos
mt 14, 2e tel: Hw: +Cy
mt 36, 3e tel: rh verder op Hw
mt 37, 1e tel: lh verder op Hw

Fuga
Hw: M8, B8, P4, D2, Cy
Pos: B8, P4, D2, F
Ped: S16, T8
Koppels: Ped-Hw

begin op Hw
mt 72, 2e helft 3e tel: koppels: + Hw-Pos
mt 74, 1e tel: Ped: +B16

Tenslotte
De volgende opnamen zijn rond 1 maart 2015 gepland. Welke sampleset ik ga gebruiken weet ik nog niet. Hopelijk is dan de sampleset Sint Bavo Haarlem beschikbaar. Aan het opnemen van het verzoeknummer "Vater unser im Himmelreich BWV 682" ben ik nog niet toegekomen. Volgend jaar hoop ik dat te publiceren. Verder heb ik twee verzoeken gekregen om Sonate 2 in c BWV 526 te spelen.
Heeft u vragen of opmerkingen, mail dan naar leoterlouw@hotmail.com (bijv. voor download van .wav bestanden).
Kritische vragen/opmerkingen zijn ook zeer welkom!

Leo Terlouw, november 2014

JW Player goes here


Part 1 to 10



 

Copyright (c) 2008 PCorgan.com. All rights reserved. Mail: info@PCorgan.com