Impressie van Gert: Een type sample set waar velen (de liefhebbers van 'softe' koraalgebonden orgelmuziek, waaronder ikzelf) op hebben gewacht: Mooie tremulanten en een warme nagalm.
De overvloedige nagalm zorgt ervoor dat eenvoudige muziek, zoals een koraal met een uitkomende stem, klinkt als op een cd.
De grote hoeveelheid psalm- en gezangbewerkingen als demo (o.a. op deze pagina) voor deze sample set kan echter een totaal verkeerd beeld geven: In de praktijk wordt het domorgel vrijwel nooit voor dergelijke muziek gebruikt.
Utrecht heeft als professionele organist Jan Hage die zich meestal met heel andere muziek bezig houdt.
Vermeldenswaardig is de mooie wekelijkse traditie van een gratis zaterdagmiddagconcert in de Domkerk.
Het concert begint om 15:30 en duurt ongeveer een uur, op de agenda is te zien dat het afwisselend wordt ingevuld met orgel, koor, instrumentale muziek of een combinatie daarvan.
Op zaterdagmiddag 28 april 2012 was ik, samen met twee zoons, op zo'n concert, een aantal indrukken:
Het programma bestond uit ongeveer 10 koraalvoorspelen van Bach en de Preludium en Fuga in C-dur BWV 545.
Jan Hage speelde orgel, Collegium Vocale Domcantorij (5 mannen en 5 vrouwen) zong tussendoor de koralen.
Ik zat vrij voorin, ongeveer tussen 1e en 2e paar pilaren, in de zijbanken, een aanrader.
Het orgel klinkt heel warm met mooie nagalm, maar bleef heel helder en direct (niet alleen in rugwerk).
Best apart: Een groot orgel in hoge ruimte dat wel 'intiem' klinkt.
Het taboe op tremulant-gebruik is veel minder groot dan ik dacht: Jan Hage gebruikte ze overvloedig, in uitkomende stem, maar zelfs meerstemmig.
De Touzyn (met tremulant) was te horen, ook de mooie Cornet kwam met tremulant langs.
Ook erg mooi: De Cornet (zonder tremulant) + aanvulling en een forse begeleiding met tongwerken op het hoofdwerk.
Het orgel kan erg hard, heel mooi.
Het koor werd door het hoofdorgel begeleid, persoonlijk vind ik dat veel mooier dan zo'n koud klein kistorgeltje.
Het concert was voor herhaling vatbaar, blijkbaar vind ik dat niet als enige, er zaten wel meer dan 200 mensen.
Na de life-indruk ben ik nog meer van het orgel gaan houden...
De Domkerk is gebouwd tussen 1254 en 1520, toen is de bouw van het schip gestopt.
Bij de tornado van 1674 is dat schip ingestort, de toren en kerk zijn daarbij gescheiden.
De Domtoren, bijna vanaf mijn huis te zien, is de hoogste kerktoren van Nederland.
Ik heb hem beklommen, maar vanwege hoogtevrees vond ik het niet leuk.
Aardig is dat je in het plaveisel van het Domplein de plattegrond van het oorspronkelijke schip nog kunt zien.
Van de kruiskerk ontbreekt nu dus het lange deel (schip) en is alleen het bovenste deel van het kruis over.
De kerk is dus niet echt groot, maar heeft wel een enorme hoogte van 31,5 meter (bekijk de kerk van binnen met 360 graden foto's).
Het orgel bevindt zich centraal (zie plattegrond kerk, nr. 8 is het orgel) en straalt uit naar drie kanten, dit (samen met grote hoogte) verklaart de intensieve nagalm.
Het orgel kent een lange geschiedenis:
In 1571 levert de Utrechtse orgelbouwer Peter Jansz. de Swart het eerste orgel op, geplaatst in het Noordertransept, het heeft al drie klavieren en pedaal.
Een groot aantal registers is overgenomen uit het 16e eeuwse orgel.
Ontwerp van de orgelkast is van de architect Tieleman Franciscus Suys (1783 - 1861).
Bij de eindkeuring zei men: "ronde toon, de doordringende kracht en de mannelijke en deftige toon van het pedaal".
In 1865 aanpassingen door C.G.F. Witte (de voortzetter van het bedrijf Bätz), o.a.:
De van oorsprong witte kast werd in imitatie-eiken overgeschilderd.
De Sesquialter van het hoofdwerk werd vervangen door een Cornet 5 sterk.
In 1911 en 1936 voerde orgelbouwer J. de Koff ingrijpende wijzigingen uit, o.a.:
Op het rugwerk de plaatsing van een Hobo 8' in plaats van de Tousyn 8'; en een Fernfluit in plaats van een Fluit 2'.
Op het hoofdwerk een vernieuwing van de Trompet 8'; de plaatsing van een Violon 8' in plaats van de Woudfluit 2'; en een Flûte harmonique in plaats van de Gemshoorn 4'.
Op het bovenwerk de plaatsing van een Clarinet 8' in plaats van de Vox Humana 8'; en een Voix Céleste in plaats van de Roerquint 3'.
In 1975 voltooide de Utrechtse orgelbouwer Gebr. Van Vulpen een totale restauratie en herstel van oorspronkelijke dispositie, mooi dat ze de zwelkast (1936) wel hebben laten zitten.
Dit Batz orgel, met een karakteristieke 'diepe slag' van de tremulanten, wordt door sommigen gezien als een van de mooiste romantische orgels van Nederland.
Omdat het orgel ook veel oud pijpwerk bevat (12 van de 50 registers), is het meer een kruising tussen barok en romantiek.
Voormalig hoofdorganist Jan Jansen over dit orgel:
"Het hoofdorgel is zo’n karakteristiek instrument: de klank is meteen herkenbaar.
Speel ik elders, dan denk ik: 't is wel mooi, maar de Dom heeft een veel briljanter plenum.
Op dit orgel passen zo veel verschillende stijlen.
Een derde van het pijpwerk stamt uit de zestiende eeuw: renaissancepijpen van Peter Janszoon de Swart vullen bijna het hele rugwerk.
Een ander deel is van de gebroeders Bätz, uit 1831.
Na die tijd is er nog een zwelkast op gebouwd: onontbeerlijk voor de Franse symfonische muziek en fijn voor het begeleiden van koorzang.
Mooie grondstemmen op alle klavieren: de volle, warme klank werd al geroemd door de Franse orgelbouwer Cavaillé-Coll.
Gelukkig is al dat moois bij de restauratie in 1975 allemaal intact gelaten.
Je moet er toch niet aan denken dat het instrument was afgebroken, zoals ooit wel is overwogen."
Bij de meeste orgels heb je een koppel van het rugwerk naar het hoofdwerk, hier is er een koppel de andere kant op.
Gelukkig hebben zowel rugwerk als hoofdwerk een koppel naar het pedaal (ik weet het: in Hauptwerk 4 zijn alle koppels mogelijk, maar ik gebruik meestal alleen de koppels die op de lay-out beschikbaar zijn).
Het orgel is bruikbaar voor veel soorten muziek.
Oude muziek komt het beste tot zijn recht op het rugwerk, wat veel oud pijpwerk bevat en directer klinkt dan de rest van het orgel.
In Hauptwerk kun je dan desgewenst een historische stemming (temperament) kiezen.
Vanwege het milde karakter en de diepe tremulanten is het orgel heel geschikt voor romantische muziek.
Bij de echte romantiek loop je er wel tegenaan dat het orgel geen zachte strijkers (zoals Vox Celeste) heeft, er is wel een wat ruigere Viola di Gamba.
Zoals eerder genoemd is het orgel ook uitermate geschikt voor (al dan niet 'semi romantische') psalm- en liedbewerkingen waarbij er zeer veel mogelijkheden voor een uitkomende stem zijn.
Naast de tongwerken, vind ik de Cornet (aangevuld met Prestant) met tremulant heel mooi, begeleid door de Prestant 8+4 en Fluit 8+4 van het hoofdwerk (luister naar Cantilena).
Ga je een stap verder, dan kun je de tremulerende Cornet laten begeleiden door de 8, 4 en 3 voeten van het bovenwerk, dan met tremulant.
Dit laatste is typisch Nederlands, de meeste mensen met een ontwikkelde muzieksmaak walgen hiervan, ik vind het, zo nu en dan, toch wel erg mooi.
Blijkbaar is mijn smaak nog niet ver genoeg ontwikkeld...
Als je de tremulant te sterk vind, kun je hem 'temperen' door het 'tremulant klavier' te koppelen met een klavier zonder tremulant en er zo ook registers zonder tremulant 'bijmengen'.
Dezelfde truc werkt ook met galm: Je kunt de galm verminderen door bij bijvoorbeeld bij het hoofdwerk enkele stemmen van het rugwerk te koppelen.
In de onderstaande voorbeelden laat ik een aantal mogelijkheden voor een uitkomende stem horen, er zijn er echter nog veel meer.
Voor een plenum vind ik het mooi om de 8, 4, 2 prestanten van het rugwerk (helderder/directer dan hoofdwerk) te combineren met de 8, 4, 2 fluiten van het hoofdwerk.
Bij het pedaal zijn de tongwerken erg krachtig (komt dit door opname positie?), het is echt een 'drempel': trek ik de Trombone8 of Bazuin16 erbij of niet?
Het 'volle werk' klinkt statig, ook 'mixen' de stemmen goed, zelfs als je alle registers opentrekt (trouwens, voor een 'helder' tutti is het beter om niet alle registers gebruiken).
Ik vind dit een van mijn mooiste sets, maar ik ben wel blij dat ik ook sets met minder nagalm (zoals Freiberg) bezit.
De set is namelijk minder geschikt om je voor te bereiden op de wekelijkse diensten in onze dorpskerk.
Tip aan Jiri Zurek: Geef iedereen die Utrecht koopt (en nog geen andere sets besteld heeft), ook Menesterol erbij, anders krijgen ze een verkeerd beeld van de sample sets van Sonus Paradisi.
Deze set is daarentegen super geschikt om mooie cd-realistische opnames te maken of om heerlijk bij weg te dromen.
Als amateur (uit het Frans 'liefhebber') lijkt het soms of je een 'echte' organist bent en heb je gemak van de warme nagalm: foutjes hoor je niet zo goed, bovendien klinkt langzaam spel bij deze forse nagalm beter dan een snel tempo.
Zeker op het bovenwerk komen snelle stukken niet tot hun recht, kies dan voor het rugwerk.
Het Cantilena van Rheinberger speel ik normaal gesproken sneller, maar op dit orgel klinkt het veel mooier om het langzamer te doen.
Bij dit stuk kon ik niet goed kiezen tussen de Cornet van het rugwerk en het Carillon van het bovenwerk, de eerste helft speel ik daarom met Cornet en de tweede helft met het Carillon.
De voorbeelden van Wim Kamp komen uit dit boek (psalm 130 kun je gratis downloaden).
Zelf vind ik psalm 72 erg leuk (hij was wel moeilijk hoor...), een lekker swingend ritme.
Voor een sample set producent (en voor anderen die een opname maken) is het erg lastig om de 'juiste' positie te kiezen voor de microfoons.
Je wilt het aan de ene kant zo realistisch (zoals mensen het in de kerk horen) mogelijk, maar aan de andere kant ook zo optimaal (zodat het orgel het beste tot zijn recht komt) mogelijk doen.
Iemand die bij de opname was, mailde me dat de microfoons 12 meter vanaf het orgel stonden.
Bij deze opname is er, net als in de kerk, een toename van galm van rugwerk (minste galm) naar hoofdwerk naar bovenwerk (meeste galm).
Hierdoor klinken de fluiten en prestanten van het bovenwerk nogal 'wollig' en 'verdwijnen' in de ruimte, de tongwerken hebben daar minder last van en blijven helder klinken.
De lay-out is zowel realistisch als functioneel, leuk dat we inspraak (zie Utrecht preview...) hadden in het ontwerp.
Net als bij de andere sets van Sonus Paradisi ontbreekt ook hier het geluid van de tremulantmotor, jammer.
Verder klinkt de set zeer realistisch, mede dankzij de aparte samples inclusief tremulant.
Er is zelfs een 'Kalkanteklok' waarbij een belletje klinkt ten teken dat de orgeltrappers kunnen beginnen...
In de 'centrale c' van de Gemshoorn4 (hoofdwerk) is een tik te horen, foutje? of realistisch?
Vanwege de grote nagalm en de apart opgenomen tremulant samples vereist deze set veel intern geheugen: Surround, 16-bit: 17.5 GB RAM, Stereo, 16-bit: 9 GB RAM.
Met 8 GB RAM lijkt het mij het beste om: Rear samples niet te laden, alles single loop, pedaal en 'geluiden' 14-bit, de rest 16-bit, en eventueel een aantal registers niet laden.
Zelf heb ik 16 GB RAM, daarbij gebruik ik deze twee configuraties:
Vanwege de grote nagalm vind ik de set het mooiste klinken met de Wet versie in combinatie met hoofdtelefoon. Wet: Rear samples niet geladen, verder alles 20-bit (of enkele registers 16-bit anders is het erg krap), alle loops.
Voor de speakers gebruik ik de surround versie, bij de front-registers stel ik in dat de galm 'afgeknipt' (Hauptwerk doet dit geleidelijk) wordt op 3 seconden, dit is opnieuw een idee van Anton Heger.
Hierdoor klinken de front-speakers helderder en komt de galm voornamelijk uit rear-speakers. Bijkomend voordeel: Ik kan dan in 16 GB RAM alles laden in 16-bit.
Vanwege de warme nagalm en tremulant samples een fantastisch sample set voor een redelijke prijs.
Tot nu toe, het meest geschikte sampleset voor romantische psalm- en liedbewerkingen.
Probeer in ieder geval de gratis demo versie (zie: Downloads - a "free stuff"), absoluut de moeite waard!
Persoonlijk vind ik het wel aan te raden om er ook een set met minder nagalm (zoals Freiberg) naast te hebben.
Gert, Mei 2012